Waar het meeste kwaad in de wereld uit voorkomt - (2/4) dynamiek van goed en kwaad
Het meeste kwaad in onze wereld
komt voort uit dat instinct van zelfbehoud, een drang om ‘te zijn’ en er ‘te
mogen zijn’, die wij, mensen, gemeen hebben met alle levende wezens. Op
zichzelf is het positief en gezond. Maar omdat wij samenleven met anderen,
neemt die drang onvermijdelijk de vorm aan van zelfaffirmatie, een soort
geldingsdrang, die zich gaat uitwerken ten koste van de anderen. Dit ‘er zijn’
wordt altijd maar steviger ingevuld en waar gemaakt.
Om er zeker te ‘mogen zijn’, moet
ik sterker staan dan al wat met mij in concurrentie kan treden, of moet ik, wat
mij eventueel kan bedreigen, uit de weg ruimen. Ik wil heersen, en liefst
alleen. Concreet wendt die geldingsdrang alle middelen aan die het in zijn
bereik heeft. Dat zijn zowel de goederen van deze wereld die ik zoveel mogelijk
naar mezelf toehaal, als mijn eigen talenten en mogelijkheden. Deze zal ik me
als persoonlijk eigendom toe-eigenen, iets dat mij eigen is. En dikwijls ook
aanwenden om beslag te kunnen leggen op materiële rijkdom. Rijkdom die de
anderen moeten respecteren, zij moeten er van af blijven.
Die drang verwordt aldus tot
hebzucht, met de bezorgdheid om het, met al die goederen, voor mezelf zo goed
mogelijk te hebben, en dan mijn terreintje zorgvuldig te beschermen.
Het wereldgebeuren staat ons
duidelijk genoeg voor ogen om te beseffen dat deze geldingsdrang ook collectief
wordt waargemaakt. De eerste bekoring van Jezus in de woestijn heeft daar
duidelijk mee te maken. “Je hebt honger; je hebt er de mogelijkheid toe,
wel, zorg dan eerst voor jezelf en maak brood van deze stenen.” Bekoring,
omdat Jezus voor zichzelf duidelijk moet uitmaken welke weg Hij zal gaan.
Een anonieme jezuïet
Reacties