Als God onze hulp nodig heeft - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor deze zondag


Ziehier mijn preek voor deze zondag

Wijsheid 2,12.17-20 Jacobus 3,16-18.4,1-3 Marcus 9,30-37.

 

De man leek totaal van slag. Met een angstig gezicht en een gescheurd hemd haastte hij zich uit het beluik in het twintigste arrondissement. Etienne Grieu en ikzelf net zouden er net binnengaan. Hij was een professionele fotograaf. Hij wilde een reportage maken in dat huizenblok, in een van de meest achtergestelde buurten van Parijs. Binnen de kortste keren werd hij beroofd van zijn dure fotoapparaat en werd hem hardhandig duidelijk gemaakt dat hij zich best snel uit de voeten maakte. De fotograaf raadde ons stellig aan om rechtsomkeer te maken.

 

Etienne en ik keken elkaar aan? Wat doen we? Het antwoord was evident. Zoals elke zaterdag, stapten we ook nu door de grote poort en installeerden we ons op het voetpad. Als jezuïeten in opleiding verzorgden we daar op zaterdag een straatbibliotheek van ATD. We spreidden enkele dekens uit en legden daar de boeken en het tekenmateriaal op. Snel waren we omringd door jonge kinderen. Die waren blij dat we naar hen toe kwamen om hen wat aandacht en zinvolle afleiding te geven.

 

Ik heb dit twee jaar lang gedaan. Nooit heb ik daar enige agressie ervaren. Nochtans leek geweld daar in de muren ingebakken. Wij kwamen daar om zo maar tijd en aandacht te geven aan die kinderen. De volwassenen wisten dat. Zij waren daar blij mee. Wat wij daar deden werd gerespecteerd, als had die belangeloze inzet voor die arme kinderen iets heilig.

 

Dit speelde zich af ruim dertig jaar geleden. Het zou vandaag wellicht niet anders zijn.

 

In de evangelielezing hoorden we hoe Jezus zichzelf identificeert met zo’n klein kind: Wie een kind als dit opneemt in mijn Naam, neemt Mij op. Meteen daarna zegt Jezus: wie Mij opneemt, neemt niet Mij op, maar Hem die Mij gezonden heeft. Jezus vereenzelvigt dat kleine kind ook nog eens met God de Vader zelf, met de Schepper, de oorsprong en motor van ons leven.

 

Een kind opnemen in de naam van Jezus: wat wil dat zeggen?

 

Het is belangrijk te beseffen dat de sociale positie van een kind in Jezus’ tijd totaal verschillend was van vandaag. Kinderen werden toen maatschappelijk nauwelijks gewaardeerd. Ze hadden weinig of geen rechten. Daar komt bij dat ook toen, net als vandaag, een kind symbool staat voor totale afhankelijkheid en kwetswaarheid. Een kind kan niet leven zonder de hulp van andere, volwassen mensen.

 

In de Griekse grondtekst wordt dit beeld van machteloosheid nog versterkt door het gebruik van het werkwoord déchomai (δέχομαι). In het Nederlands wordt dat vertaald door opnemen. Déchomai draagt in zich de nuance van het helemaal aanvaarden en verwelkomen van de persoon zoals hij is. Déchomai vraagt dat je daadwerkelijk zorgdraagt voor de concrete behoeften van een persoon.

 

In combinatie met de symboliek van het kind zijn, is dit een wel heel bijzonder godsbeeld dat Jezus hier afschildert. In deze verzen gaat het niet over God die sterk en almachtig is. Jezus leert ons hier dat God mensen nodig heeft. Zoals een hulpeloos kind kan Hij niet zonder onze aandacht en bijstand. Hij heeft ons nodig om God te kunnen zijn in onze wereld.

 

Bij uitbreiding geldt dit zorgen uiteraard niet alleen voor kinderen, maar voor alle mensen. Dat zegt Jezus ook uitdrukkelijk in deze evangelielezing: Als iemand de eerste wil zijn, moet hij laatste van allen en de dienaar van allen zijn.

 

Deze woorden van Jezus over het opnemen van God en het zorgen voor Hem als voor een kind doen mij sterk denken aan Etty Hillesum. Sommigen onder u kennen wellicht haar dagboek, Het verstoorde leven. Etty was een jonge Joodse vrouw die in Auschwitz is vermoord. Zij woonde in Amsterdam, dicht bij het jezuïetenhuis waar ikzelf woon. Tijdens de oorlogsjaren ontdekte zij het Evangelie. Het leven voor de Joden in Amsterdam werd steeds onmogelijker. Voor Etty werd het duidelijk dat het wellicht ook voor haar slecht zou aflopen. Het ontdekken van het Evangelie deed haar een indrukwekkende innerlijke weg bewandelen.

 

Ze had meerdere malen de kans om te vluchten naar de USA. Toch koos zij er bewust voor om te blijven en zich actief in te zetten voor haar doodsbange geloofsgenoten. Voor Etty Hillesum was dat het logische gevolg van haar geloof in God. Het gaf haar innerlijke rust en kracht. Ik laat haar zelf aan het woord.


Ik zal je helpen God, dat je het niet in mij begeeft, maar ik kan van tevoren nergens voor in staan. Maar dit éne wordt me steeds duidelijker: … dat jij ons niet kunt helpen, maar dat wij jou moeten helpen en dat we de woning in ons, waar jij huist, tot het laatste toe moeten verdedigen.


God heeft onze hulp nodig om God te kunnen zijn. Het is aan ieder van ons om uit te maken wat dit concreet voor hem of haar betekent.

 

 

Reacties

Meest gelezen

Het echte schandaal van het christendom - Bernard Sesboüé sj

Advent, een vreemde en wellicht confronterende uitnodiging - Een nieuwe serie van Nikolaas Sintobin sj (1/4)

Wat als het bidden echt "niet leuk" is?

Durf jij de Advent aan in jouw leven? - Aangrijpend en bevragend advents-videootje

Ook een haan kan overdrijven - wel heel bijzondere video

Wat Herman Van Rompuy ontdekte in mijn nieuwste boek: "Op het kompas van de vreugde"

"Zie, Ik begin iets nieuws" - Geef anderen de kans om deel te nemen aan onze adventsretraite