Is leven in de hemel eenzaam?
“Lotte is nog in de schaakclub. Maar straks komt ze thuis. Ze wil absoluut met je praten.” Inderdaad, na een half uur kwam de 10-jarige dochter van vrienden thuis en ze vroeg meteen of ze, in de rust van het salon, iets met mij kon bespreken.
“Nikolaas, heb jij schrik van de dood?” Ik antwoordde dat ik dacht geen schrik te hebben van de dood en legde ook uit waarom. Toen ik haar vroeg waarom ze mij die vraag gesteld had, kwam het eruit. Lotte zei me dat ze geen schrik had voor de dood. Maar wel voor wat er zou gebeuren ná de dood. Want na de dood gaat je ziel naar de hemel. Maar die hemel boven onze hoofden is danig groot, dat je daar wel heel eenzaam moet zijn. Het meisje had schrik voor de eenzaamheid waarmee het leven na de dood volgens haar synoniem was.
Ik besloot het grof geschut boven te halen: "Thomas van Aquino. De grote theoloog Thomas, zo legde ik haar uit, noemt God “relatio subsistens”. God is “niets dan relatie”. God is liefdevolle verbondenheid. Bij God zijn is dus net het tegenoverstelde van de eenzaamheid. Alleen, je kan dat niet wéten. Wel geloven." Voor alle duidelijkheid, ik gebruikte daar wel andere, meer kindvriendelijke woorden voor. Er verscheen een brede glimlacht op het gezichtje van Lotte. Van het ene oor tot aan het andere.
“Neen, ik voel me niet angstig meer maar rustig.”
Je mag de vragen van kinderen best wel ernstig nemen.
Reacties
Mijn kleindochter van 7 is groots in conflict handling. Beter dan menig volwassene. Kinderen zijn kinderlijk, maar niet kinderachtig.
Marjolein