Ieder die trouw probeert te bidden, zal niet alleen vertroosting ervaren, maar ook het tegendeel. Dorheid, duisternis, verwarring, onrust, zich aangetrokken voelen tot lage en minderwaardige dingen; of ook een innerlijke leegte, saaiheid, volledig gebrek aan concentratie. De eerste raad in deze situatie is heel moeilijk, nl. niet opgeven en zelfs niet de gebedstijd inkorten. Die raad gaat lijnrecht tegen mijn gevoelens in. Want wat ik ervaar is nu precies dat het allemaal geen zin heeft! En dan toch trouw blijven!! Dat is echt heel moeilijk. Maar ook heel wezenlijk. Behalve dit trouw zijn moet ik me toch ook wel een paar vragen stellen: 1. Ben ik misschien te moe? Dan moet ik voor het gebed eerst wat uitrusten, anders is het vechten tegen de bierkaai. 2. Kan het zijn, dat ik God iets weiger, wat Hij duidelijk van mij verlangt? Daar hoef ik echt niet lang over na te denken, want ik weet heel goed dat ik een bepaald iets moet doen of juist ...
Reacties
p 137. "Toen zag ik één van de 7 geesten bij mij in een lichtgestalte die net zo straalde als de andere keren. Ik zag hem voortdurend naast mij terwijl ik in de trein zat. Ik zag op iedere kerk die we passeerden een engel staan die omgeven was door een zwakker licht dan de geest die mij op reis vergezelde. Ieder van deze geesten die de kerken bewaakten, boog zijn hoofd naar de geest die bij mij was."
Ik weet niet hoe dit op jou over komt, maar ik krijg er tranen van in mijn ogen, ik lieg niet. Ik huiver in het besef dat wij door de zonde maar een fractie kunnen waarnemen van de werkelijkheid om ons heen en dat de geestelijke of heilige dimensie voor de zondaren eigenlijk helemaal gesloten blijft. Ze gaat verder:
"Toen ik in Warschau de kloosterpoort binnenging verdween de geest. Ik dankte God voor Zijn goedheid dat Hij ons engelen als gezelschap geeft. O, wat denken de mensen weinig na over het feit dat ze altijd zo'n gast naast zich hebben die tegelijk van alles getuige is! Denk eraan zondaren dat jullie op dezelfde manier een getuige van al jullie daden hebben."