Waarom ik de oortjes van Jozef niet gezalfd heb - mijmering bij een doopsel
Een tijd geleden mocht ik de kleine Jozef dopen, in aanwezigheid van heel wat jonge kinderen. Na afloop kwam een schattig meisje van vijf naar me toe. Ze had een vraag. Tijdens de viering had ik de oogjes, het mondje, het neusje, de handjes en de voetjes … van de dopeling gezalfd. Waarom had ik zijn oortjes niet gezalf? Niemand van de volwassenen, mezelf incluis, had dit opgemerkt. Agatha wel. Ik ben meteen met haar naar Jozef gegaan, en samen hebben we zijn beide oortjes gezegend. Net voor het doopsel hadden we eucharistie gevierd. Bij de communie ging ik rond om het Lichaam van Christus uit te delen. Toen ik ter hoogte van Simon kwam, een jongetje van vier en en half, wilde hij per se ook de communie ontvangen. Het ventje was nochtans gewoon om regelmatig naar de mis te gaan. De kinderzegen die ik hem gaf zinde hem helemaal niet. Zijn vader probeerde hem met man en macht uit te leggen waarom. Het mocht niet baten. Simon begon te brullen. Een grillig kin...