De ignatiaanse traditie heeft iets heel trendy: het grote belang dat zij hecht aan de menselijke gevoelens, de feelings. Dat horen wij graag, als moderne mensen. De persoonlijke, affectieve ervaring - een van de meest basale niveaus van het menszijn - als vindplaats van God. Dit naar waarde schatten van de gevoelsmatige niveau van de eigen ervaring is evenwel geen doel op zich. Het is niet louter een passief genieten, een “liken” van dat goede gevoel tot als het, om de een of de andere reden, verdwijnt en vervolgens hopen dat het terugkomt, en het omgekeerde voor onaangename gevoelens. Ignatius gaat eerder leren om op proactieve wijze om te gaan met die gevoelens. Hij ontdekt dat de diepere affectieve bedding van de ervaring een vindplaats kan worden van Gods verlangen en uitnodiging naar de mens. Het biddende hart, de door het gebed en de dagdagelijkse navolging van Jezus uitgezuiverde hart en gevoeligheid worden niet alleen de plaats bij uitstek waar de mens God gratui