Wenken voor de dagelijkse omgang met de duivel: de duivel als een wild beest (2/4)
In deze miniserie licht ik kort drie regels van Ignatius van Loyola toe over hoe "de vijand van de menselijke natuur" tewerk gaat toelichten. Inzicht in diens tactiek helpt om
zijn listen te ontmaskeren en om je ertegen te wapenen in je innerlijk leven.
Het is de vijand eigen om zwakker te worden, de
moed te verliezen en met zijn bekoringen op de vlucht te gaan, wanneer wie zich
in het geestelijke oefent resoluut het hoofd biedt aan de bekoringen van de
vijand door er lijnrecht tegen in te gaan. Als daarentegen wie zich oefent, bij
het ondergaan van bekoringen bang begint te worden en de moed begint te
verliezen, dan is er op het aardoppervlak geen beest zo wild als de vijand van
de menselijke natuur, wanneer die met een even grote slechtheid zijn verdorven
bedoeling wil verwerkelijken. (Geestelijke
Oefeningen, nr. 325)
Het is niet wenselijk om te onderhandelen met de bekoring of
verleiding als die zich aandienen. De listen van de verleider zijn nu eenmaal onweerstaanbaar.
Als je hem ook maar even in de ogen gaat kijken, dan ben je gezien. Als je hem
een vinger geeft, grijpt hij meteen je hand, je hele arm. Vaak hopen we een compromis
te kunnen sluiten: even proeven van de zoete vrucht om ons dan snel terug te
trekken. Steeds weer denken we sterk genoeg te zijn om te weerstaan; tegen
beter weten in.
Neen, waarschuwt
Ignatius. Het is alles of niets. De enige betrouwbare manier om de boze geest en zijn verleidingen onschadelijk
te maken, is om hem zonder meer te negeren:
hem identificeren, en vervolgens resoluut rechtsomkeer maken.
Nikolaas Sintobin sj
Reacties