Jezus of Eros? Homilie bij een huwelijksviering
Gisteren heb ik het huwelijk in gezegend van Pieter en Barbara. Hieronder de evangelielezing en mijn homilie
Johannes,
6, 16-21
Toen het avond
was geworden, daalden zijn leerlingen af naar het meer en gingen aan boord om
over te steken naar Kafarnaüm. Het was intussen donker geworden en Jezus was
nog niet naar hen toe gekomen. Ook woei er een hevige wind, zodat het water woelig
begon te worden. Toen ze ongeveer vijfentwintig of dertig stadieën ver waren,
zagen ze Jezus die over het meer liep en in de buurt van de boot kwam, en ze
werden bang. Maar Hij zei tegen hen: ‘Ik ben het. Je hoeft niet bang te zijn.’
Ze wilden Hem toen aan boord nemen, maar meteen was de boot aan land op de
plaats waar ze naartoe wilden.
Beste Barbara en Pieter,
Dank voor dit heerlijk
stukje Evangelie, gevonden in de plechtige-communie-bijbel van Pieter. Het zijn
maar 5 verzen. Maar wat een schat aan inhoud. Laat me toe om deze
evangelieverzen samen met jullie te analyseren.
Na een dag van hard
werken keren de leerlingen ’s avonds terug naar Kafarnaüm, een vissersdorpje
aan het meer van Galilea. Het is de plaats waar ze wonen. Ze ervaren echter een
gemis. Diegene, datgene dat hen samengebracht heeft, blijkt afwezig te zijn.
Het voelt kil aan. Er komt onrust en angst. Is het dit maar? Waar zijn dat enthousiasme en die
verbondenheid van het begin? Ze voelen het liefdesvuur niet meer dat hen ja
heeft doen zeggen aan die hele onderneming van Jezus. En, wat is dat eigenlijk,
liefde?
Alvorens de
evangelietekst hierop te gaan bevragen, leg ik hem even naast een andere tekst.
Niet van Herodotos. Wel van Plato. Ook een flinke jongen. In zijn boek Het banket geeft Plato een subtiele
reflectie over een bepaald aspect van de liefde. Hij doet dit doorheen de
genealogie van Eros, de god van de liefde. Eros is de zoon van Poros en Penia.
Poros is god van de vindingrijkheid. Hij is super creatief. Hij blaakt van
energie. Steeds weer bedenkt hij nieuwe trucjes om zijn doel te bereiken. Eros is echter ook zoon van Penia, godin van
de armoede. Alles wat Penia doet mislukt. Hoe goed bedoeld ook, hoe perfect
voorbereid, het eindigt steeds met een sisser. Doorheen deze analyse van de
genen van Eros, wil Plato iets uitdrukken over de kracht én de zwakheid van de
erotiek. Eros, met zijn onbegrensde energie, is in staat tot ongelofelijke
dingen. Maar Eros heeft ook iets tragisch door zijn beperktheid en zijn
ingeboren zwakte. Hoezeer de mens ook zijn best doet, uiteindelijk is liefde
niet maakbaar.
Betekent dit dat liefde,
uiteindelijk, onmogelijk is?
Terug naar onze
evangelietekst. Tot tweemaal toe vermeldt Johannes dat de leerlingen bang zijn.
Ook zij slagen er niet in hun diepste wens te realiseren, hoezeer ze hun best
doen. Ze dreigen, letterlijk, te verdrinken. Ze zien het niet meer zitten. Net
dan doet er zich een tegengestelde beweging voor. Iets wordt hen aangereikt.
Iemand komt naar hen toe, op het eigenste moment dat ze stuiten op hun onmacht:
God zelf, in de persoon van Jezus. De joods-christelijke traditie elimineert
Eros niet. Eros is immers een uitzonderlijke rijkdom, een basiskracht van het
menszijn. Wat Jezus ons echter openbaart is dat de Eros, ttz de liefde die
afhangt van jezelf, niet het laatste woord heeft over de liefdeservaring. Er is
ook Agapè. Een liefde die je niet in de eerste plaats zélf maakt, een liefde
die je niet elke dag opnieuw moet verdienen. Agapè is liefde die je gegeven
wordt, onverwacht, anders, zo maar. Een duurzame liefde, die rust brengt en die
het mooiste uit de mens naar boven haalt. Een liefde die angst en onzekerheid
geleidelijk aan omvormt in vertrouwen, rust en overgave.
Ja, die agapè-liefde
bestaat wel degelijk. Zozeer dat christenen geloven dat ze goddelijk is.
Beste Pieter en Barbara,
ik meen te weten dat jullie beiden mensen zijn die enorm jullie best doen. In
jullie werk. Maar ook, en misschien nog meer, naar mekaar toe. Blijf jullie
best doen. Blijf creatief. En, tegelijkertijd, geef uit handen. Het is maar in
de mate dat je ervoor leert kiezen je arm en kwetsbaar op te stellen, dat de
ander echt naar je toe kan komen.
Barbara, kijk even naar
Pieter. Het is zijn diepste wens om je gelukkig te maken. Om zich aan jou te
geven. Om van jou te houden. Zo maar. Om wie je bent. Met je kracht én met je
beperkingen. Wees niet bang. Vertrouw je aan hem toe.
Pieter, kijk even naar
Barbara. Het is haar diepste wens om je gelukkig te maken. Om zich aan jou te
geven. Om van jou te houden. Zo maar. Om wie je bent. Met je kracht én met je
beperkingen. Wees niet bang. Vertrouw je
aan haar toe.
Beste Barbara en Pieter,
ik zei het daarnet reeds, die Agapè is meer dan een menselijke dynamiek.
Christenen geloven dat God zelf Agapè-liefde is en aanbiedt. Ook aan jullie.
Dit gaan we dadelijk vieren in het sacrament van het huwelijk. Jullie hebben ervoor
gekozen, elk vanuit je eigen beleving, om God te vragen jullie liefde in het
teken van die Agapè te plaatsen. Pieter, Barbara, wees niet bang. Wees nooit
bang, wat er ook gebeurt. Durf erin te geloven
dat God, steeds weer naar jullie toe zal komen. In alle discretie. Ook in het
duister van de nacht. Durf erop te vertrouwen dat Hij jullie veel meer liefde
zal geven dan jullie ook maar kunnen vermoeden. Vaak op een andere wijze en
langs andere wegen dan jullie nu denken. Niet altijd makkelijker. Wel beter en
rijker.
God zegene jullie en
beware jullie!
Reacties
Liefde die er gewoon is voor een mens die we soms zoals vele gedetineerden in hun veel te enge warme cellen,moeten "uitstaan".
Gedetineerden die zonder veel terug te krijgen hun lotgenoten steunen,troosten.
Ingrid Hoet.