Nikolaas in de spreekstoel (1/4)
Onlangs werd ik
geïnterviewd door Dirk Leestmans,
journalist bij de VRT Nieuwsdienst. Het interview werd gepubliceerd op
24 april 2013 in de juristenkrant. U vindt het hier terug, in vier
afleveringen.
‘Mocht je als
christen voor de rechtbank gedaagd worden, zou er dan voldoende bewijsmateriaal
zijn om je te veroordelen?’ Nikolaas Sintobin, jezuïet en voormalig advocaat,
heeft zijn twijfels. ‘Het grote probleem van het christendom is dat we zodanig
verburgerlijkt zijn en zoveel compromissen gesloten hebben, dat de spoeling
extreem dun geworden is. Er zal dus weinig bewijs zijn om ons te veroordelen
voor een dergelijk tribunaal.’ Een gesprek over de kerk, gewonnen geloof in God
en verloren vertrouwen in de rechtsstaat. ‘Recht mag geen middel worden om
onrechtvaardigheid te organiseren.’
'Ik kom uit een juristenfamilie. Mijn vader was notaris.
Onbekend was de rechtenstudie me dus niet. Wat ik precies wou doen, wist ik op
m’n 18de niet maar de studie leek me interessant. En achteraf
beschouwd heb ik daar nog geen minuut spijt van gehad.’
‘Ik leerde vooral een bepaalde denkmethode die me toelaat
op een bepaalde manier naar de werkelijkheid te kijken. Noem het een juridische
bril. Het is een erg bruikbare bril, niet de enige maar wel een werkzame, die
me toelaat problemen op te lossen en standpunten in te nemen. Het juridische
denken verschaft eenduidigheid, structuur en helderheid.’
Na vijf jaar rechten studeert Nikolaas Sintobin nog een
jaar financiële economie. ‘Vooral omdat ik eigenlijk nog niet goed wist wat ik
wou doen in het professionele leven.’ Sintobin krijgt een aanbieding om aan de
K.U. Leuven assistent te worden aan het Instituut voor famiaal vermogensrecht.
Via de universiteit kwam hij in contact met het toenmalige advocatenkantoor
Simon&Simon, thans Stibbe. Daar wordt hij medewerker van Ludovic de Gryse,
advocaat bij het Hof van Cassatie. ‘Gedurende twee jaar deed ik als advocaat
enkel cassatiedossiers. Geen pleitwerk, wel studiewerk. Ik deed het heel graag.
In boeken wurmen en dan in de stilte van je bureau nadenken.’ Monnikenwerk dus
eigenlijk. Het woord is niet gek gekozen zo blijkt.
Sintobin verblijft in Leuven in het jezuïetenhuis in de
Tiensestraat. Dat had een reden. ‘Ik was weliswaar een praktiserend christen
maar echt veel vorming kreeg ik niet. Dat ervoer ik als een gemis.’ Maar er was
nog iets. Toen hij nog in Gent studeerde had Sintobin vooral veel vrijzinnige
vrienden. ‘Sommigen zelfs uitgesproken antiklerikaal.’ Een van die vrienden was
ene Johan Vande Lanotte, op dat moment assistent. ‘Op een dag zei hij me: Nikolaas, over een jaar sta jij aan onze
kant. Ik voelde dat hij een punt had. In de discussies was ik onvoldoende
gewapend om hen van weerwoord te dienen. Mijn repliek beperkte zich slechts tot
algemeenheden. Mijn geloof was te weinig gebaseerd op een persoonlijke
ervaring. Er was iets meer, iets anders, maar dat andere kende ik niet of
nauwelijks.’
Reacties