Zijn God en mens concurrenten?
Er bestaat een oud gezegde: ‘Bid alsof alles van God afhangt; werk alsof alles van jou afhangt.’ Die uitspraak wordt aan Ignatius toegeschreven (al is er geen bewijs dat hij dit gezegd zou hebben). Velen zijn van mening dat deze uitspraak de ignatiaanse spiritualiteit samenvat: draag in je gebed alles over aan God, en werk dan onvermoeibaar en volhardend om Gods werk te voltooien.
Ik zou dit liever omkeren: ‘Bid alsof
alles van jou afhangt, werk alsof alles van God afhangt.’ Dit betekent
dat bidden dringend noodzakelijk is: als alles van mij afhangt,
dan is God is verplicht in te grijpen. Het plaatst ons werk ook in het juiste
perspectief: als het van God afhangt, dan kunnen we het loslaten. We kunnen
hard werken, maar het resultaat aan Hem overlaten. Als God verantwoordelijk is,
dan kunnen wij een half resultaat aanvaarden en een mislukking verdragen.
Ignatius schrijft over werken en de menselijke
inspanning in een brief aan een edelman, Jeroom Vines. Die stel ik mij voor als
een druk bezette, hard werkende man. Een type dat ongelukkig wordt door de
foute afloop van zijn vele projecten. ‘Een druk bezette man’, zo schrijft
Ignatius, ‘moet nadenken over en uitmaken wat hij redelijkerwijs aankan, zonder
zichzelf te kwellen als hij niet alles kan doen wat hij verlangt te doen. U
moet geduldig zijn en niet denken dat God dingen van ons vraagt die we niet kunnen
uitvoeren.’ En hij besluit met de woorden: ‘Het is helemaal niet nodig je af te
matten. Doe een inspanning die gepast is om God te behagen, en laat de
rest over aan Hem die alles kan doen wat Hem behaagt.’
Jim Mannay
Reacties
Svp houd aan:
eharland-hazebroek.com