Bonhoeffer

Dietrich Bonhoeffer, een jonge Duitse dominee, werd in 1945 opgehangen door de Nazi’s. In 1943 had hij reeds 10 jaar verzetsactiviteiten achter de rug. Opgeloten in de gevangenis van Tegel, schreef hij toen in een essay het volgende:

We zijn niet Jezus Christus. Maar als we christen willen zijn, moeten we op de een of de andere manier delen in de groothartigheid van Jezus door verantwoordelijk en vrij op te treden als het uur van gevaar aanbreekt. Dan moeten we getuigen van een authenthiek medeleven dat niet voortkomt uit angst maar wel uit de bevrijdende en verlossende liefde van Christus voor al wie lijdt. Louter afwachten en toekijken is geen christelijke houding. De christen is geroepen tot meeleven en handelen. Niet in de eerste plaats omwille van zijn eigen lijden. Maar wel omwille van het lijden van zijn naasten voor wij Christus zelf geleden heeft.”     Delen

Reacties

Anoniem zei…
Beste Nikolaas,
Ik lees momenteel elke dag een stukje uit het Bonhoeffer-brevier.
Volgende gevangenisbrief heeft me getroffen.

Gevangenisbrief 5 mei 1943 - Dietrich. Bonhoeffer (uit “Verzet en Overgave”)


GEEN OPSMUK NODIG

Van de grote Italiaanse renaissancedichter Petrarca wordt verteld, dat hij eens vanaf een berg uitzag over het bloeiende Italiaanse land en overweldigd werd door het gevoel: God, hoe schoon, hoe schoon is deze wereld. Maar prompt daarop zou hij een kruis hebben geslagen en zijn brevier hebben gegrepen om daaruit te bidden. Dat is de mens, die schrikt voor de schoonheid van de wereld en vol angst voor haar wegvlucht. Hij wil immers deze wereld met al haar heerlijkheid niet meer liefhebben dan Hem, die haar schiep; hij wil het schepsel niet meer liefhebben dan de Schepper.
Wie ooit in de Sint Pieter te Rome het Sixtijnse koor heeft gehoord, begint iets van dit gevaar te vermoeden. Het gevaar, door deze hemelse stemmen de waarachtige stem Gods in de eenvoud van de bijbelse taal gering te achten en minder lief te hebben. Het kan aan godslastering grenzen Jezus Christus met een rijk en schitterend kunstwerk zo te verheerlijken dat de armoede en nederigheid van zijn persoon, de helderheid en zakelijkheid van zijn woord wordt vergeten. Het Woord van God, zoals het in de bijbel en in de verkondiging van het evangelie tot ons komt, heeft geen opsmuk nodig. Het is zijn eigen opsmuk, zijn eigen heerlijkheid, zijn eigen schoonheid; en die schoonheid is groter dan alle verfraaiing van buiten af. Toch wil het Woord zich niet onttrekken aan de opsmuk van hen, die het liefhebben. Maar het is als bij iedere opsmuk die ware schoonheid is: zij dient alleen om de schoonheid van Gods Woord heerlijker te doen stralen. Niets vreemds, vals, onechts, geen glinsterend versier spul en geen schmink, niets dat de eigen schoonheid bedekt, maar alleen wat haar openbaart en zichtbaar maakt mag opsmuk van Gods Woord zijn.
Beste Edwig,

Dank voor dit mooie citaat!

Nikolaas
Hedwig Mels zei…
Dag Nikolaas,

Er is nog een tweede tekst die ik het 'opgeraapt' in het Bonhoeffer Brevier, en die iik blijvend met me meedraag, zowel letterlijk (is vooraan in mijn agenda ingekleefd), als figuurlijk. Je vindt de tekst onder dit kort e-mailbriefje.
Nikolaas, ik had graag eens met jou gesproken in verband met de website van de jezuïeten en twee 'opstellen' (korte essays) waarvan ik (in alle bescheidendheid)denk, dat er eentje misschien op jullie website geplaatst zou kunnen worden.
Voor mij past om het even welke dag, behalve het nu eraan komede weekend en volgende week dinsdag.
Geef je eens een seintje, waarvoor dank. (Voel je evenwel niet verplicht, het is maar een aanbod.) Mijn e-mailadres:
hmels-devos@telenet.be.

21 augustus 1943 (Gevangenisbrief: Uit “Verzet en Overgave”)

Dietrich Bonhoeffer

CANTUS FlRMUS EN CONTRAPUNT

... Bij sterke liefde bestaat altijd het gevaar dat je, laat ik zeggen, de polyfonie van het leven niet meer hoort. Ik bedoel dit: God en zijn eeuwigheid willen bemind worden met heel het hart, maar niet zó dat de aardse liefde daaronder lijdt of verzwakt, doch als een soort cantus firmus, die de achtergrond vormt waartegen de andere stemmen van het leven als contrapunten uitkomen. Een van die contrapuntische thema's, volledig zelfstandig maar gericht op de cantus firmus, is de aardse liefde. In de bijbel staat toch het Hooglied en er is echt geen feller, zinnelijker, gloeiender liefde denkbaar, dan die van het Hooglied vgl. 7:6!)***. Het is werkelijk goed dat het in de bijbel staat, als tegenwicht tegen diegenen die het christen-zijn zien als een beheersing van de hartstochten (komt die beheersing wel ergens voor in het Oude Testament?). Als de cantus firmus duidelijk en helder klinkt, kan het contrapunt zich rustig zo breed mogelijk ontvouwen. Beide zijn 'ongedeeld en toch gescheiden', zoals in Christus de goddelijke en menselijke natuur. Misschien klinkt de polyfone muziek ons daarom zo vertrouwd en hechten we er daarom zoveel waarde aan, omdat ze de muzikale afspiegeling is van het christologisch gegeven en dus ook van ons christelijk leven. Begrijp je wat ik bedoel? Ik zou je willen vragen: laat de cantus firmus duidelijk uitkomen, dan pas kan de muziek voluit klinken en wordt het contrapunt steeds gedragen, het kan niet verglijden, niet losraken en toch blijft het een eigen zelfstandig geheel. In deze polyfonie wordt je leven pas een geheel en weet je ook dat er niets fataals kan gebeuren, zolang de cantus firmus blijft klinken.

Dietrich Bonhoeffer

*** Ik ben dit gaan opzoeken en geef het hier weer:
Hooglied 7:6
Je hoofd rijst op als de Karmel,
onkruld door purperen lokken
lokken waarin een koning ligt verstrikt...)

Met vriendelijke groet en dank voor het rijke aanbod op de site van de Vlaamse jezuïeten.
Hedwig Mels

Meest gelezen

Wat verrijzenis kan betekenen in de dierenwereld en in jouw leven - Adembenemende video

Wat doet de Paus daar toch met die opgestoken vinger? - Heerlijke videobeelden

Waarom we stille zaterdag graag overslaan - de uitleg van Karl Rahner sj

Kan je vandaag nog in Jezus geloven zoals 2000 jaar geleden? - Homilie van Nikolaas Sintobin sj

Over wassen van een aidszieke en Witte Donderdag - homilie Nikolaas Sintobin sj

De verrijzenis van Jezus is geen toverpilletje - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor Pasen