10 à 15 jaar stilte
Vandaag vieren we de diakenwijding van medebroeder Walter Ceyssens, samen
met 10 andere jonge jezuïeten in de Parijse Sint-Ignatiuskerk. Gisterenavond
was er een intense gebedswake, ter voorbereiding. Naar goede ignatiaanse traditie, heel eenvoudig.
Eerst lezing van de voetwassing bij Johannes, gevolgd door een korte poëtische commentaar, met verschillende stiltemomenten. Vervolgens de slotmeditatie uit de Geestelijke Oefeningen van Ignatius, opgedeeld in verschillende stukken, opnieuw met telkens langdurige momenten van stilte, voor persoonlijk gebed.
Tweede inleiding. Vragen wat ik verlang. Hier zal dat zijn: innerlijke kennis van zoveel goeds dat ik ontvangen heb, opdat ik, geheel en al erkentelijk, zijne goddelijke Majesteit in alles kan liefhebben en dienen.
Eerst lezing van de voetwassing bij Johannes, gevolgd door een korte poëtische commentaar, met verschillende stiltemomenten. Vervolgens de slotmeditatie uit de Geestelijke Oefeningen van Ignatius, opgedeeld in verschillende stukken, opnieuw met telkens langdurige momenten van stilte, voor persoonlijk gebed.
Graag geef ik u de tekst van die slotmeditatie. Toen de novicemeester mij
tijdens het noviciaat, aan het einde van de Geestelijke Oefeningen, deze tekst
gaf om ermee te bidden, zei hij: “neem nu maar 10 à 15 jaar om die tekst binnen
te laten komen …”
BESCHOUWING
OM TOT LIEFDE TE KOMEN
Opmerking. Allereerst is het goed de aandacht te
vestigen op twee dingen.
Ten eerste,
de liefde moet zich meer uiten in daden dan in woorden.
Ten tweede, de liefde bestaat in wederzijdse mededeling. Wie
liefheeft geeft en deelt mee wat hij heeft of van hetgeen hij heeft of vermag
aan wie hij liefheeft, en zo ook omgekeerd, wie geliefd wordt aan wie hem
liefheeft. Heeft de een kennis, eer of rijkdom, dan zal hij die geven aan wie
ze niet heeft, en zo zal ook de ander doen jegens hem.
…Tweede inleiding. Vragen wat ik verlang. Hier zal dat zijn: innerlijke kennis van zoveel goeds dat ik ontvangen heb, opdat ik, geheel en al erkentelijk, zijne goddelijke Majesteit in alles kan liefhebben en dienen.
Mij de
ontvangen weldaden in herinnering brengen: schepping, verlossing en persoonlijke
gaven aan mij. Met grote innigheid
afwegen wat God onze Heer voor mij allemaal heeft gedaan en wat Hij mij
allemaal heeft gegeven van wat Hij heeft, en hoe diezelfde Heer verlangt zich
aan mij te geven zoveel Hij maar kan, volgens zijn goddelijke beschikking.
Dan tot
mijzelf inkeren en nagaan wat ik van mijn kant met veel recht en reden aan
zijne goddelijke Majesteit moet aanbieden en geven, namelijk al wat ik heb en
mijzelf erbij, zoals iemand zichzelf met grote bewogenheid aanbiedt:
Neem. Heer, en aanvaard heel mijn vrijheid, mijn
geheugen, mijn verstand en heel mijn wil, alles wat ik heb en bezit. U hebt het mij gegeven, aan U, Heer, geef ik
het terug. Alles is van U, beschik erover
geheel volgens uw wil. Geef dat ik U mag
liefhebben, die genade is mij genoeg.
Tweede punt. Kijken hoe
God woont in de schepselen: in de elementen door ze het bestaan te geven, in
de planten door ze te doen groeien, in de dieren door ze te doen voelen, in de
mensen door hun verstand te geven. Zo woont Hij ook in mij, door mij het
bestaan te geven, mij te bezielen, mij te doen voelen en mij verstand te
geven. Bovendien maakt Hij van mij een
tempel, daar ik geschapen ben naar het beeld en de gelijkenis van zijne
goddelijke Majesteit.
Dan tot
mezelf inkeren, op de wijze die in het eerste punt is vermeld, of op een
andere manier wanneer ik voel dat die beter is. Dezelfde wijze van doen volgt men in elk van
de volgende punten.
Derde punt. Nagaan hoe God in alle geschapen
dingen op het aardoppervlak voor mij zwoegt en werkt, dat wil zeggen: Hij
gedraagt zich als iemand die zwoegt.
Bijvoorbeeld in de hemel, de elementen, de planten, de vruchten, het
vee, enz., door ze het bestaan te geven en in stand te houden, door ze te doen
groeien en voelen, enz. Daarna tot
mezelf inkeren.
Vierde punt. Kijken hoe al het goede en alle gaven van boven neerdalen, zoals
mijn beperkte kunnen van het hoogste en oneindige kunnen daarboven. En zo ook rechtvaardigheid, goedheid,
mededogen, barmhartigheid enz., zoals de zonnestralen van de zon komen en het
water uit de bron enz.
Reacties