"Ik wil eruit stappen als ik het beste gehad heb, voordat het mindert", Marc Desmet sj, palliatief arts
Marc Desmet sj is jezuïet en
palliatief arts. Sinds 23 jaar staat hij, als arts, mensen bij in de laatste
fase van hun lijden. Marc is er zich bewust dat hij werkt op een grensgebied.
En dat het belangrijk is dat op het grensgebied van het levenseinde
gewerkt en gedacht wordt vanuit het Evangelie. In de grootst mogelijke
openheid. Zijn laatste boek “Euthanasie:
waarom niet” is de neerslag van deze ervaring en reflectie.
In deze serie publiceer ik een aantal uittreksels, geselecteerd
door Marc Desmet sj zelf.
Euthanasie: waarom niet? Marc Desmet
sj, Lannoo, Tielt, ISBN 978 94 014 2666 4, 320 p., 19,99 €
Ik wil eruit stappen als ik het beste gehad heb, voordat het
mindert
NUANCE: Nederlanders noemen dat het
‘voltooide leven’. Ik pleit voor het ‘vol-ledige’ leven.
In Nederland is ‘het voltooide leven’ een bekende uitdrukking
geworden. Ik zou liever spreken van het vol-ledige leven. Dat is een
paradoxale, mooie manier om over een vol leven te spreken. Er zijn dus
verschillende vormen van volheid. (p. 165)
Je pense et je suis. Misschien heeft dit wel te
maken met de discussie in Nederland over ‘het voltooide leven’. ‘Het voltooide
leven’ gaat uit van je pense donc je suis: ik heb een bepaald idee van wie
ik ben, van wat de voltooiing van mijn leven is, dus als ik daarmee niet meer
overeenstem hoeft het niet meer. IKON maakte in 2010 in het kader van genoemde
discussie een serene uitzending over mijn manier van communiceren bij het
levenseinde, en nadien kreeg ik van een mij onbekende, vermoedelijk
protestantse Nederlandse dame een mailtje: “Bij de overgangen van leven naar
dood en van niet in de wereld zijn tot geboren worden hoort een mens volledig
te zijn en u heeft dat begrepen.”
Nou, ik begreep niet wat de mevrouw precies
bedoelde. Maar misschien heeft het toch iets te maken met Je pense et je suis. Het leven moet niet vol-tooid
maar vol-ledig zijn bij de overgang. De ledigheid van het vol-ledig zijn is de
ontkoppeling tussen je pense en je suis. Ik val niet samen met wat ik
over mezelf denk, en wie dat
doorheeft maakt de overgang anders dan wie wel samenvalt met zijn beeld. (p.
172-173)
Het ideaal in onze maatschappij lijkt de
milde, zelfgekozen dood voordat het leven al te zeer verminderd is. Rond het
sterven is er nochtans een volheid mogelijk die ik vol-ledigheid noem.
Vol-ledigheid verwijst enerzijds naar het zachte van een ongekende volheid.
Anderzijds herinnert vol-ledigheid aan het harde van de lediging en de
ontlediging die ons dwingt datgene wat we waren los te laten en anders vast te
houden. Als zorgverlener kan je soms de ruimte scheppen voor dat anders
vasthouden.
Reacties