Hoe de verrijzenis nú reeds ervaren? (3/5)
Verrijzenis (3/5)
Om tot nieuw leven
te komen moet men eerst groeien doorheen een rouwproces, een proces van
aanvaarding en verwerking van het verlies, van de illusie, de eigenlijke
doodservaring. Bepaalde affectieve banden die men had met wie of wat men
verloren heeft (een persoon, een ideaal betreffende een of meer personen, een
levensdroom, een zelfbeeld) moeten losgelaten worden, zodat men die persoon,
dat ideaal, zichzelf, in een ander 'licht' kan zien, en er een ander soort
relatie mee kan aangaan, een relatie opgebouwd vanuit de situatie waarin ik/wij
nu sta(an).
De eerste personen
aan wie Jezus verschijnt als de herlevende, de verder levende, de anders
levende, zijn juist die mensen met wie Hij heel nauwe affectieve banden had
(zijn moeder, sommige vrouwen) en die dus ook diep persoonlijk geraakt werden
door dat verlies, en het elk op zijn/haar manier moesten verwerken. Maar Hij
vraagt hen ook die banden los te laten ("hou me niet vast… ") en die
op een andere manier te beleven ("maar ga naar mijn broeders en zeg hun...
").
Willen leven
vanuit een of andere droom, willen leven vanuit de liefde, is inderdaad een
persoonlijke keuze, persoonlijk ingevuld, en de ontgoochelingen of
doodservaringen die wij daarbij opdoen, zijn eveneens uiterst persoonlijk. Zo zal
ook de ervaring van 'hij/zij/het/ik herleeft', en daarbij aansluitend het
geloof in de verrijzenis, heel persoonlijk zijn. Dat geloof blijft trouwens
zuiver theoretisch zolang er geen persoonlijk doorleefde doodservaring en een
persoonlijk doorleefde verrijzeniservaring aan voorafgaan.
De
verrijzenisverhalen uit het Evangelie wijzen duidelijk in die richting. De
Emmaüsgangers ontwaken uit hun ontgoocheling als hun hart terug aan het branden
gaat. Juist daarin herkennen zij Hem.
Maria van Magdala, helemaal ontredderd door de dood van haar geliefde Heer
("Vrouw, waarom weent ge...?" Jo. 20:15), voelt zich herleven bij het
horen van haar naam, en herkent in diegene die hem uitspreekt, de Verrezene.
De leerlingen
nemen, teleurgesteld, hun vroeger werk terug op. Ze gaan weer vissen. Dubbel
teleurgesteld omdat ook hier hun inspanningen niets opleveren, krijgen ze te
horen : "probeer het eens anders, gooi uw netten de andere kant uit
!" (Jo. 21:6). Dat plotse gevoel van 'nu lukt het fantastisch!' doet hen
herleven, en juist daarin herkennen ze Hem als 'de Levende'.
Een anonieme jezuïet
Reacties
Een tekst die voor mij een heerlijke verrassing is!!!
Dankjewel anonieme Jezuïet !
Bedankt dat ik dit kon schrijven.