Hoe een stamelende en schijnbaar verwarde oude jezuïet mij de diepere betekenis van de Advent deed ontdekken - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor de vierde zondag van de advent
Hieronder vind je mijn homilie voor deze zondag.
Vierde zondag van de advent C
Micha 5,1-4a Hebreeën 10,5-10 Lucas 1,39-45
Tijdens mijn eerste Advent als jonge jezuïet in opleiding
liep ik stage bij pater Jef Van den Broeck, een klein, graatmager mannetje. Je
kon hem met één zucht omver blazen. De hongersnood van de tweede wereldoorlog had
Jef een long gekost. Als hij in het publiek het woord nam verloor hij na gemiddeld twee zinnen de draad van zijn betoog.
En als hij voorging in de eucharistie dan wist je wel hoe het begon, maar was
je nooit helemaal zeker hoe het zou eindigen.
Wat kan je met zo iemand aanvangen, zou een mens denken.
In de stad Aalst, waar deze jezuïet zijn hele leven
doorbracht, was de pater nochtans een
beroemdheid. Hij had een heus dorp uit de grond gestampt waar tot op vandaag
honderden mensen met een mentale beperking leven en werken. Jarenlang stond Jef
elke nacht meermaals op om pilletjes te geven of luiers te verversen. Hij werd
op handen gedragen door de bewoners, de werknemers en de familieleden. Zo kwetsbaar
en verward als hij kon overkomen, zo mateloos waren zijn passie en energie.
Pater Van den Broeck had vuur in zijn ogen, hart en handen en ook in zijn pen
waar honderden aangrijpende gedichten uit vloeiden.
Hoe kan dit? Hoe kunnen kleinheid en grootheid zo hand in
hand gaan? Laten we te rade gaan bij de lezingen van deze vierde adventszondag.
In Micha lezen we een van de grote messiaanse profetieën. De redder van de mensheid zal geboren worden
in Bethlehem – het kleinste onder Juda’s
geslachten. Zijn moeder is een meisje dat getrouwd is met een eenvoudige timmerman.
Het kind zal ter wereld komen in miserabele omstandigheden. Het zal opgroeien
in Nazareth, een piepklein dorp in Galilea, waar rechtgeaarde Joden minachtend
op neerkijken. Heel Israël was trouwens maar een klein landje van herders en
boeren, bezet door de Romeinen. Allemaal wel heel gewoontjes voor de geboorteplaats
van de zoon van God. Of moeten we net zeggen hoopvol. Als wij ons nu in de
advent voorbereiden op Gods komst, hoeven we niet te zoeken naar grootse of
schreeuwerige gebeurtenissen. God komt naar ons toe in het kleine en
onbenullige. God komt naar gewone mensen die een gewoon leven leiden. Mensen
zoals wij.
In de brief aan de Hebreeën geeft Jezus ons een tweede leessleutel.
Hij zegt er: Hier ben ik … Ik ben gekomen, God, om uw wil te doen. Eigenlijk verklaart Jezus hier in
één zin de paradox van de hele christelijke openbaring. Jezus is de mens die zo
volledig open staat voor God dat hij God zelf is. Jezus is dermate gehoorzaam
aan Gods Geest dat zijn wil en die van de Vader samenvallen. Hij streeft er
niet naar om zichzelf te bewijzen. Wel om in onze wereld God God te laten zijn,
op de wijze die God zelf verlangt. Die nederigheid verklaart dat de grootheid
van God in Hem helemaal kan zichtbaar worden. Advent, met andere woorden,
nodigt ons uit om te groeien in gehoorzaamheid: om meer en beter te luisteren
naar wat Gód van ons vraagt en dat, zoals Jezus, gewoon ook te doen. En als God
in een mensenleven binnen mag komen, dat weten we, dan kunnen er wonderen
gebeuren.
Maar hoe en
waar wil God in een mensenleven binnenkomen? Hoe kunnen we dat te weten komen? Daar
leert evangelielezing van vandaag ons iets over. We horen er het verhaal van de
ontmoeting tussen Maria en Elisabeth. Het is een verhaal van vreugde en jubel:
de vreugde van twee mensen die doen wat God van hen vraagt. De overgave aan God, het dichter komen bij de
Heer, het op het spoor komen van wat God van ons vraagt en daar daadwerkelijk
voor kiezen leidt tot vervulling. Meestal stil en discreet in de vorm van rust,
gedragenheid of vertrouwen. Soms ook uitbundige vreugde, zoals bij Maria en
Elisabeth. Beste medegelovigen, de advent nodigt ons bijzonder uit om op zoek
te gaan naar die verbondenheid, welke vorm die ook aanneemt. Die ervaring van
verbondenheid is de wegwijzer: de rust, het vertrouwen, de vreugde die de Heer
zelf ons geeft als we, doorheen onderscheiding, op het pad komen waarop Hij ons
toe uitnodigt, hier vandaag.
Achteraf
beschouwd heeft die stage bij pater Van den Broeck mij veel geleerd over de
Advent. Hoe ware grootheid groeit uit menselijke kwetsbaarheid. Dat kwetsbaarheid
geen probleem is. Wel de deur waardoor God in een mensenleven binnen kan komen
en die, als je bereid bent om ze open te zetten, maakt dat onmogelijke dingen
mogelijk worden. Ten slotte, dat het kompas om te achterhalen waar God je toe
uitnodigt te maken heeft met rust, vertrouwen en soms uitbundige vreugde.
Nu kunnen we
ook beter begrijpen welke de naam is die pater Jef gaf aan het dorp dat hij
stichtte: levensvreugde. Laat die levensvreugde onze goddelijke gids zijn naar
het Kerstfeest.
Reacties