Klant
Toen ik kwam ontbijten zat Tonny Cornoedus, een medebroeder-gevangenisaalmoezenier, nog een kopje koffie te drinken. Tegenover hem zat een stevige bonk van middelbare leeftijd een boterham te eten. Mooie collectie ringen om de vingers en een elegante paardenstaart. Het was een van de “klanten” van Tonny. Hij had een vrij WE en had gastvrijheid gekregen in ons huis van Brugge waar ik zelf ook verbleef.
De man vertelde honderduit over zijn leven in de gevangenis: over het vriendelijke onderhoudspersoneel, over de cipiers, de keuken, de medegevangenen … Tonny luisterde met de grootste aandacht, tot zichtbare genoegdoening van de kerel.
Terug op mijn kamer realiseerde ik me dat dit voor Tonny misschien wel de duizendste keer was dat hij naar een dergelijk verhaal luisterde.
Even later was ik aan het bidden met een tekst uit Johannes waarin Jezus spreekt over de werken van het geloof. Ik kon me er meteen iets bij voorstellen.
Delen
De man vertelde honderduit over zijn leven in de gevangenis: over het vriendelijke onderhoudspersoneel, over de cipiers, de keuken, de medegevangenen … Tonny luisterde met de grootste aandacht, tot zichtbare genoegdoening van de kerel.
Terug op mijn kamer realiseerde ik me dat dit voor Tonny misschien wel de duizendste keer was dat hij naar een dergelijk verhaal luisterde.
Even later was ik aan het bidden met een tekst uit Johannes waarin Jezus spreekt over de werken van het geloof. Ik kon me er meteen iets bij voorstellen.
Delen
Reacties