Parabel van de verloren zoon: welke van de beide zoons is de favoriet van de Vader? - Homilie van Nikolaas Sintobin sj
Hier vind je mijn homilie voor deze zondag
Ex. 32, 7-11. 13-14 Ps. 51 (50) 1 Tim. 1, 12-17 Lc. 15, 1-32 of 1-10
Een tijd geleden kreeg ik een briefje van iemand die ik niet kende. Hij had een van mijn boeken gelezen en schreef daar wat sympathieke commentaren bij. Het eindigde met een compliment waarin hij mij vergeleek met die goede en trouwe oudste jongen uit de parabel van de verloren zoon. Het was me niet duidelijk of ik daar blij mee moest zijn.
De parabel van de verloren zoon is een van mijn favorieten. Ik vind hem ontroerend herkenbaar én confronterend. Het is te makkelijk om de jongste en de oudste broer zomaar aan elkaar tegen te stellen. Beiden hebben sterke en zwakke kanten. Zou Jezus een voorkeur hebben voor de een of voor de ander? Ik denk het niet. Hij houdt van beiden evenveel. Beiden zijn gewone mensen.
De jongste zoon is een losbol. Hij is kortzichtig en zoekt makkelijk en onmiddellijk plezier. Hij meent het geluk te kunnen vinden op zijn eentje, in de opwinding van het moment. Hij verbreekt de relatie met zijn vader. Helemaal. Hij stuurt God wandelen, ook al is dat misschien niet zijn bedoeling. Snel zit hij helemaal aan de grond. Hij verliest alle hoop. Hij heeft goede redenen om zichzelf helemaal onwaardig te achten. Toch gaat de jongen terug op weg. Zo maakt hij het mogelijk, tegen beter weten in, dat hij zijn vader opnieuw zal ontmoeten.
De oudste zoon maakt een andere keuze. Hij blijft bij zijn vader, dat denkt hij alvast. Nauwgezet doet hij - of meent hij te doen - wat God van hem verlangt. Hij is een man van de regel en van de wet. Dat was Jezus ook. Jezus zegt toch dat Hij Gods Wet tot in de kleinste puntjes naleeft. Gods Wet wil ons immers bevrijden en doen vooruitgaan op het pad van de liefde. Hoe waardevol ook, de wet en de regels blijken niet te volstaan. De oudere broer is in zijn hart even ver verwijderd van zijn vader als de benjamin. Hij kan het leven niet vieren. Hij heeft zichzelf gebarricadeerd achter de veiligheid van regeltjes. Hij kan zelf niet vermoeden dat het leven en de liefde waartoe de Vader uitnodigt zich niet laten afvinken in reglementen.
Ik denk dat deze parabel ons twee inzichten kan bijbrengen.
Jezus leert hoe onvoorwaardelijk Gods liefde wel is. Gods liefdesaanbod laat zich nergens door beperken. Jezus is wetsgetrouw. De wet mag echter geen obstakel zijn om lief te hebben. De wet is een middel, geen doel. Het doel is de liefde. God is immers enkel maar liefde.
De parabel vertelt niet hoe de oudste zoon uiteindelijk reageert op de terugkomst van zijn jongste broer. We weten niet of hij deelneemt aan het feest. Eigenlijk weten we ook niet hoe de jongste reageert. Of hij echt zijn leven verandert.
Beide broers zijn gevangen in hun logica. Elk denkt oprecht de vader te kennen. Beiden vergissen zich. Het grote verschil is dat de jongste durft zichzelf in vraag te stellen. Hij gaat opnieuw naar de Vader toe. Deze keer zonder enige pretentie, met lege handen. Daardoor kan hij zijn vader echt ontmoeten, wellicht voor het eerst.
Lijk ik, lijkt u meer op de jongste of op de oudste zoon? Wellicht lijken we een beetje op beiden. Met deze parabel over de waanzinnige liefde van de Vader wijst Jezus ons de enige weg ten leven: steeds terug naar de Vader. Hij wacht op ons. Hij staat op de uitkijk. Niet met een vermanend vingertje. Wel met open armen. Zo maar. Altijd.
Reacties
Destijds vertelde ik deze parabel aan de kinderen in de klas ( 9 à 10 -jarigen)
Zij mochten dan (elk voor zich) verder fantaseren (schrijven of tekenen) hoe in hun aanvoelen het verhaal verder verliep ...