Zijn sommige mensen veroordeeld tot middelmatigheid? (7/7)
Een gevoelig punt in de ignatiaanse traditie, ten slotte, is wat soms de uitmuntendheid wordt genoemd. Dat aspect wordt tot op vandaag vaak verkeerd begrepen. Waar gaat het over? Het gaat niet over competitie of over beter zijn dan een ander. Het raakt wel aan het al vermelde optimisme van Ignatius: iedere mens is geroepen om een leven lang te groeien. Het woord uitmuntendheid komt niet voor in de basisteksten van Ignatius. Er is wel een ander woord dat Ignatius vaak gebruikt, zowel in zijn Geestelijke Oefeningen als in de door hem geschreven Constituties: magis (Latijn voor ‘meer’). Drie dimensies kunnen we hierbij onderscheiden:
- Het ignatiaanse magis is strikt persoonlijk. Iedere mens is op een unieke wijze geroepen om invulling te geven aan de uitmuntendheid in de concrete werkelijkheid van zijn leven, of het nu is op relationeel, artistiek, intellectueel of religieus gebied. Niemand is veroordeeld tot middelmatigheid. Iedereen heeft het recht om de vreugde te smaken die gepaard gaat met de ervaring van groei.
- Het ignatiaanse magis is functie van het diepere persoonlijke verlangen. De bevrijdende uitmuntendheid gaat niet over uitdagingen die je, als in een supermarkt, zo maar in het wilde weg uitkiest. Ook hier is het hart de vindplaats van de goddelijke uitnodiging tot verdere groei. Soms zal magis leiden tot een grotere activiteit en tot het verleggen van grenzen. Maar het kan er ook toe leiden bepaalde grenzen en beperkingen net te aanvaarden.
- Uiteindelijk leidt het ignatiaanse magis naar de ander. In de Geestelijke Oefeningen wordt het woord magis meestal gebruikt in een context van dienende liefde. Magis bereikt maar echt zijn doel in de mate dat de mens niet meer dwangmatig zichzelf in het middelpunt hoeft te plaatsen. De dynamiek van magis leidt ertoe de begrenzing van de eigen persoon te overstijgen en meer plaats in te ruimen voor de ander.
Nikolaas Sintobin sj
Reacties