Verbeelding als toegansgweg naar de historische werkelijkheid
Een van Ignatius’
aanwijzingen voor ons gebed is een plaatsvoorstelling te maken: ‘met mijn
innerlijk aanschouwingsvermogen de concrete plaats zien’. Niet beginnen met
onze verstandelijke vragen. De scene in mij toelaten. Horen wat er gezegd
wordt, zien wat er gedaan wordt. Kan ik deel uitmaken van deze scene? Welke
relatie heb ik ermee? Wat is mijn plaats erin?
Waar het om gaat: je
verbeelding gebruiken om je in te leven in het tafereel waarover je nu gaat
bidden. De passage uit het Evangelie die het gebed ondersteunt is niet alleen
maar de vrome herinnering aan een gebeurtenis uit het verleden. Het is het
mysterie van een voorval uit Jezus’ leven, dat voor degene die het beschouwt
iets wordt dat nu gebeurt.
Piet van Breemen sj en Hans van Leeuwen sj
Reacties
Wie leidt wat in banen vraagt naar hoop en vertrouwen en wie weet dat Gods zegen helpt.
Wij leven in een bureaucratische wereld dat inbreuk kan maken op de verbeelding van de mens die wil bijdragen.
Het individu wordt bedolven onder regels en innerlijke kracht vindt wegen. Dat is de blijvende hoop en het noodzakelijke vertrouwen. De verbeelding is niet naïef ze leeft eeuwig.
Bijbellezingen verrijken mij leven in zijn geheel.