Xavier, Romani en John Paul
Deze dagen werk ik mee aan het zevende Europese congres van directeurs van de jezuïetencolleges: 155 deelnemers die 148 van de 150 middelbare scholen vertegenwoordigen, verspreid over 18 “jezuïetenprovincies”, met 14 verschillende talen. Onderwerp is: “Tijd van crisis, tijd van hoop. Opvoeding vandaag.”
Deze morgen hadden we een stevige inleiding door een Spaanse onderwijsspecialist. Hij toonde aan hoe vandaag jongeren hun identiteit vormen, niet meer door zich te inspireren aan modellen die ze vervolgens gaan reproduceren, wel vanuit het experimenteren met allerhande ervaringen. Zij leven daarbij in een cultuur waar verscheidenheid troef is. De spreker stelde dat onderwijs per definitie niet waardenvrij of neutraal kan zijn. Reeds de loutere keuze van de kennisinhouden die wel of niet worden aangeboden, is geïnspireerd aan al of niet geëxpliciteerde waarden. Uitdaging hierbij voor de katholieke school is om een duidelijke identiteit aan te bieden waarbinnen ook plaats wordt ingeruimd om iets te proeven van de typisch christelijke ervaring.
Sprekend over de hoop citeerde hij decreet van de 35ste Algemene Congregatie van de Sociëteit van Jezus: “Het goddelijk leven op het spoor komen in de diepere lagen van de werkelijkheid, dat is de zending van hoop die aan de jezuïeten wordt toevertrouwd.”
Reacties
Als ik terugblik op 30 jaar onderwijservaring dan is het die beweging die ik meemaakte.
Beiden kunnen niet los van elkaar. Het lijkt toch wel een moeilijke evenwichtsoefening voor onze opvoeders en leraren. En toch, als je kijkt naar het dagelijks leven dan zijn het de ervaringen die je leven kleuren en het is de reflectie vanuit het hart en het verstand (kennis) die deze ervaringen kunnen bijkleuren. Het bewust omgaan met deze levenskunst is een mooie opgave.