Over de grootste daad van mededogen
Luisteren naar een andere persoon zou wel eens de
grootste daad van mededogen kunnen zijn die je kunt verrichten. Het is de
makkelijkste weg om iemand van harte welkom te heten. Als ik luister ga ik in
op een uitnodiging deel te worden van het levensverhaal van iemand. Ik zeg: “Ja,
jouw verhaal is belangrijk en moet gehoord worden. Ik verlang je verhaal tot
een deel van het mijne te maken.”
Maar, al te vaak merk ik dat ik mensen afwijs. Ik ben
te druk bezig. Het zou kunnen dat ik niet graag hoor wat ik te horen krijg: hun
verhaal kwetst mijn gevoeligheid. Wanneer ik iemands verhaal afwijs, wijs ik
hem of haar af. Door hen te miskennen beroof ik hen van hun waardigheid.
Stel je eens voor hoe de heilige Scholastica zich gevoeld
moet hebben. Zij had genoten van haar gesprek met broeder Benedictus – die ze
slechts een keer in het jaar ontmoette – en zij vroeg hem te blijven overnachten
zodat zij hun gesprek konden voortzetten. Hij weigerde en zei dat de Regel het
verbood. Benedictus miskende haar verhaal, dat in feite zijn verhaal was, een
verhaal over hoeveel hij voor haar betekende. Maar God miskende haar niet.
Een woeste storm brak die nacht uit en verhinderde
Benedictus weg te gaan. God miskent ons nooit. En, vermits wij gemaakt zijn naar zijn beeld en
gelijkenis – en als wij Christus moeten navolgen - worden wij geroepen om naar
anderen te luisteren.
Reacties
Wat ik daar a denk is van een lagere prijsklasse...