De reis van de drie koningen Het was een koude tocht, en de slechtste tijd van het jaar voor een reis, voor zulk een verre reis. De wegen modderig, het weer guur, de winter op zijn strengst. de kamelen, die hun knieën ontvelden, hun hoeven bezeerden, werden onhandelbaar en legden zich neer in de smeltende sneeuw. Menigmaal dachten wij met spijt terug aan onze zomerpaleizen op bloeiende berghellingen, aan meisjes, in zijde gehuld, die gekoelde wijn ronddienden. Onze kameeldrijvers vloekten, kankerden, weigerden dienst, riepen om brandewijn en vrouwen. Onze kampvuren wilden niet branden, onderdak was moeilijk te vinden, de steden waren vijandig, de dorpen stug, de gehuchten smerig en verschrikkelijk duur : het was een ellendige tocht. Tenslotte reisden wij de gehele nacht door, sliepen zo nu en dan langs de wegkant en hoorden gedurig in onze ogen zingende stemmen, zeggend: jullie onderneming is waanzin....
Reacties
Ignatius wijst hier op een ander soort versterving:
versterving (ontzegging), een gebruik in het christendom om zich in de vastentijd iets te ontzeggen op gebied van eten en drinken. In het kloosterleven betekent versterving ook door extreme lichamelijke staat van onthechting tot zelfverheffing komen.bron:wikipedia.
Gezegend weekend allen