Braakliggend
Ik had de voorbije dagen een 2-daagse met een tiental studenten, laatstejaars in een lerarenopleiding. Het thema was spiritualiteit en meditatie. Uit de kennismaking bleek dat de verwachtingen niet erg hoog waren. Tegelijkertijd zeiden allen dat ze open stonden en geen negatieve vooroordelen hadden.
Ik heb het zelf ervaren als uitermate boeiend. Een verrassende openheid en ontvankelijkheid. Geen ideologische vooringenomenheid en een positieve verdraagzaamheid.
Enkele indrukken.
Er is duidelijk een heel sterke vertraging in de “traditie” of overlevering van het christelijke geloof. Maar toch bestaat die wel degelijk. De grootouders spelen een belangrijke rol. Zo ook de lagere school en de voorbereiding van eerste en plechtige communie.
Jongeren bidden. Niet allemaal, maar toch velen. Het godsgeloof is minstens een eerbare mogelijkheid, en voor nogal wat een normale zaak. Respect voor persoonlijke vrijheid en ritme zijn een absolute noodzaak. En hiermee gepaard een verlangen naar duidelijkheid en naar expliciet en duidelijk getuigenis. Jonge twintigers voelen zich nog veel te jong om zich te bekennen tot één geloof.
De bewuste honger en verwachtingen zijn beperkt. De concurrentie met heel wat meteen vervullende andere bezigheden is problematisch. Maar er is wel degelijk een grote levensbeschouwelijke vraag. Het terrein is in belangrijke mate braakliggend. Het zaaien lijkt me meer dan zinvol. Ook al kan het lange jaren duren vooraleer het zaad ontkiemt.
Ik heb het zelf ervaren als uitermate boeiend. Een verrassende openheid en ontvankelijkheid. Geen ideologische vooringenomenheid en een positieve verdraagzaamheid.
Enkele indrukken.
Er is duidelijk een heel sterke vertraging in de “traditie” of overlevering van het christelijke geloof. Maar toch bestaat die wel degelijk. De grootouders spelen een belangrijke rol. Zo ook de lagere school en de voorbereiding van eerste en plechtige communie.
Jongeren bidden. Niet allemaal, maar toch velen. Het godsgeloof is minstens een eerbare mogelijkheid, en voor nogal wat een normale zaak. Respect voor persoonlijke vrijheid en ritme zijn een absolute noodzaak. En hiermee gepaard een verlangen naar duidelijkheid en naar expliciet en duidelijk getuigenis. Jonge twintigers voelen zich nog veel te jong om zich te bekennen tot één geloof.
De bewuste honger en verwachtingen zijn beperkt. De concurrentie met heel wat meteen vervullende andere bezigheden is problematisch. Maar er is wel degelijk een grote levensbeschouwelijke vraag. Het terrein is in belangrijke mate braakliggend. Het zaaien lijkt me meer dan zinvol. Ook al kan het lange jaren duren vooraleer het zaad ontkiemt.
Reacties