"Godsdienst"
“In een land waar het leeuwendeel van de leerlingen school loopt in het vrije katholiekeonderwijsnet en waar veel jongeren in het gemeenschapsonderwijs katholieke godsdienstles volgen, zijn wij vastbesloten grote inspanningen te leveren opdat de godsdienstles haar opdracht ten volle kan waarmaken, namelijk, een ontmoeting mogelijk maken met de persoon van Christus en met de kerninhoud van het katholieke geloof.”
Dit zei aartsbisschop Léonard voorbije zaterdag aan paus Benedictus. Hij heeft hiermee een gevoelige snaar aangeraakt. Ik vermoed en hoop dat ze nog lang zal nazinderen.
Het lijkt me duidelijk dat het godsdienstonderwijs in ons land in een impasse verkeert. Allerhande factoren hebben ertoe geleid dat in die twee wekelijkse uurtjes er vaak over de meest uiteenlopende, doorgaans zachte, onderwerpen wordt gesproken en weinig of niet over Jezus en zijn Evangelie. Uitzonderingen niet te na gesproken.
Deze evolutie is historisch te verklaren. Het gaat niet over "verzuim" van de godsdienstleerkrachten. Zij zijn het trouwens ook niet die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de geloofsopvoeding van onze jeugd. Wel over een ruimere maatschappelijke en culturele evolutie. Heel wat indicatoren lijken nu aan te geven dat de evolutie verder gaat. Maar wel in een andere richting.
Het is niet mogelijk en ook niet wenselijk (respect voor de gewetensvrijheid) om het vak godsdienst terug om te turnen tot catechese (ttz, een cursus van expliciete geloofsoverdracht en –vorming). Wel is de tijd rijp om de radicaliteit en schoonheid van de christelijke katholieke traditie in het algemeen en van de persoon van Jezus in het bijzonder opnieuw een duidelijke plaats te geven in dit vak. Niet om ze wie dan ook de strot door te duwen. Wel omdat onze jeugd daar recht op heeft. Om er voor te kiezen. Of om een andere keuze te maken. Maar dan wel met kennis van zaken.
Andere religies en wereldbeschouwingen verkondigen fier en expliciet waar zij voor staan. Dit wordt aanvaard en gerespecteerd. Dit kan net zo goed opgaan voor het christendom. Als er dan tenminste niet schoorvoetend een verwaterd bouillonnetje wordt opgediend zonder identificeerbare inhoud waarin je onmogelijk met smaak je tanden kan zetten. Dit geldt overigens niet alleen voor - een deel van - het godsdienstonderricht. Maar ook voor een flink part van wat in onze kerken wordt verkondigd.
Je kan maar in dialoog treden met de ander als je zelf een identiteit hebt. Of je nu persoonlijk gelovig bent of niet, in het Westen kan die identiteit – zowel historisch als actueel – zich des te beter ontwikkelen naarmate je beschikt over meer kennis en vertrouwdheid met de religieuze traditie die onze cultuur gekneed heeft en nog steeds kneedt.
Dit zei aartsbisschop Léonard voorbije zaterdag aan paus Benedictus. Hij heeft hiermee een gevoelige snaar aangeraakt. Ik vermoed en hoop dat ze nog lang zal nazinderen.
Het lijkt me duidelijk dat het godsdienstonderwijs in ons land in een impasse verkeert. Allerhande factoren hebben ertoe geleid dat in die twee wekelijkse uurtjes er vaak over de meest uiteenlopende, doorgaans zachte, onderwerpen wordt gesproken en weinig of niet over Jezus en zijn Evangelie. Uitzonderingen niet te na gesproken.
Deze evolutie is historisch te verklaren. Het gaat niet over "verzuim" van de godsdienstleerkrachten. Zij zijn het trouwens ook niet die in de eerste plaats verantwoordelijk zijn voor de geloofsopvoeding van onze jeugd. Wel over een ruimere maatschappelijke en culturele evolutie. Heel wat indicatoren lijken nu aan te geven dat de evolutie verder gaat. Maar wel in een andere richting.
Het is niet mogelijk en ook niet wenselijk (respect voor de gewetensvrijheid) om het vak godsdienst terug om te turnen tot catechese (ttz, een cursus van expliciete geloofsoverdracht en –vorming). Wel is de tijd rijp om de radicaliteit en schoonheid van de christelijke katholieke traditie in het algemeen en van de persoon van Jezus in het bijzonder opnieuw een duidelijke plaats te geven in dit vak. Niet om ze wie dan ook de strot door te duwen. Wel omdat onze jeugd daar recht op heeft. Om er voor te kiezen. Of om een andere keuze te maken. Maar dan wel met kennis van zaken.
Andere religies en wereldbeschouwingen verkondigen fier en expliciet waar zij voor staan. Dit wordt aanvaard en gerespecteerd. Dit kan net zo goed opgaan voor het christendom. Als er dan tenminste niet schoorvoetend een verwaterd bouillonnetje wordt opgediend zonder identificeerbare inhoud waarin je onmogelijk met smaak je tanden kan zetten. Dit geldt overigens niet alleen voor - een deel van - het godsdienstonderricht. Maar ook voor een flink part van wat in onze kerken wordt verkondigd.
Je kan maar in dialoog treden met de ander als je zelf een identiteit hebt. Of je nu persoonlijk gelovig bent of niet, in het Westen kan die identiteit – zowel historisch als actueel – zich des te beter ontwikkelen naarmate je beschikt over meer kennis en vertrouwdheid met de religieuze traditie die onze cultuur gekneed heeft en nog steeds kneedt.
Reacties
Dank!