Een testament dat wordt uitgevoerd ...
Op 8 augustus 2012 gaf Kardinaal Martini, jezuïet, een
(laatste) interview aan zijn medebroeder Georg Sporschill sj. Op 31 augustus
2012 zou hij overlijden. Het loont de moeite om dit "testament" opnieuw te lezen, vanuit het pontificaat van Franciscus, in het bijzonder in het licht van de synodale dynamiek die hij in gang heeft gezet. Het lijkt wel alsof paus Franciscus de testamentsuitvoerder is van Martini.
In welke toestand bevindt de Kerk zich vandaag?
De Kerk is vermoeid in het welvarende Europa en
Amerika. Onze cultuur is overtijds. Onze kerken zijn groot, onze kloosters
staan leeg. De bureaucratie van de Kerk groeit alsmaar. Onze rituelen en
gewaden zijn pompeus … Drukt dit werkelijk uit wie wij zijn vandaag? We gaan
ten onder aan onze rijkdom. We lijken op de rijke jonge man die droef wegging
toen Jezus hem uitnodigde om zijn leerling te worden. Ik weet dat het niet
makkelijk is om alles achter te laten. We zouden op zijn minst mensen kunnen
zoeken die vrij zijn en hun medemens nabij, mensen zoals bisschop Romero er een
was en de jezuïeten-martelaren van El Salvador. Waar zijn de helden onder ons
die ons inspireren? We mogen hen zeker niet opsluiten binnen institutionele
grenzen.
Wie kan vandaag de Kerk helpen?
Karl Rahner sj gebruikte graag het beeld van het
gloeiende houtskool onder de as. In de Kerk van vandaag zie ik zoveel as boven
de gloeiende houtskool dat ik vaak overmand word door een gevoel van onmacht.
Hoe kan de gloeiende houtskool worden bevrijd om het liefdesvuur terug aan te
wakkeren? Eerst en vooral moeten we op zoek gaan naar de gloeiende houtskool.
Waar zijn de mensen die overlopen van grootmoedigheid, zoals de barmhartige
samaritaan? Wie heeft een geloof zoals de Romeinse honderdman? Wie is zo
enthousiast als Johannes de Doper? Wie durft zo vernieuwend te zijn als Paulus?
Wie is zo trouw als Maria Magdalena? Ik raad de Paus en de bisschoppen aan om
op zoek te gaan naar 12 echt vrije mensen om hen aan het roer te plaatsen.
Mensen die dicht staan bij de armsten en die omringd zijn door jongeren en die
nieuwe experimenten lanceren. We moeten ons kunnen meten aan mensen die zo in
vuur en vlam staan dat de Geest zich overal kan verspreiden.
Welke middelen beveelt u aan tegen de
vermoeidheid van de Kerk ?
Ik heb drie belangrijke aanbevelingen.
De eerste is bekering: de Kerk moet haar eigen
fouten erkennen en moet een weg bewandelen van radicale verandering, te
beginnen met de Paus en de bisschoppen. De pedofilieschandalen zetten ons aan
om een weg van bekering aan te vatten. De vragen over seksualiteit en al de
thema’s inzake lichamelijkheid zijn hier een voorbeeld van. Ze zijn belangrijk
voor iedereen en soms zij ze ook te belangrijk. We moeten de vraag stellen of
de mensen nog luisteren naar het advies van de Kerk inzake seksualiteit. Heeft
de Kerk in dit domein nog gezag of is zij in de media enkel nog maar een
karikatuur?
Mijn tweede aanbeveling betreft het Woord van
God. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft de Bijbel teruggegeven aan de katholieken.
(…) Enkel wie die dit Woord ontvangt in zijn hart kan bijdragen tot de
vernieuwing van de Kerk en zal wijze antwoorden kunnen geven op persoonlijke
vragen. Het Woord van God is eenvoudig en zoekt als gezel een luisterend hart …
Noch de klerus noch het kerkelijk recht kunnen de innerlijkheid van de mens
vervangen. Al de uitwendige regels, de wetten, de dogma’s werden ons gegeven
om de innerlijke stem te verhelderen en voor de onderscheiding van de geesten.
Voor wie zijn de sacramenten? Ze zijn het derde
medicijn. De sacramenten zijn geen middel om te straffen. Ze zijn een hulp voor
mensen op verschillende momenten van hun levenstocht en wanneer ze het moeilijk
hebben. Bieden we de sacramenten aan aan de mensen die nood hebben aan nieuwe
kracht? Ik denk aan al diegenen die uit de echt gescheiden zijn, aan de
hertrouwde koppels en aan de wedersamengestelde gezinnen. Zij hebben nood aan
bijzondere bescherming. De Kerk houdt vast aan de onverbreekbaarheid van het
huwelijk. Het is een genade als een huwelijk en een gezin slagen. … De houding
die we aannemen ten overstaan van wedersamengestelde gezinnen zal bepalen of
hun kinderen aansluiting vinden bij de Kerk. Een vrouw wordt in de steek
gelaten door haar echtgenoot en vindt een nieuwe partner die begaan is met haar
en haar drie kinderen. Deze tweede liefde is een succes. Als dit gezin
gediscrimineerd wordt, worden niet alleen de vrouw maar ook haar kinderen aan
de kant gezet. Als de ouders zich niet meer thuis voelen in de Kerk en haar
steun niet ervaren, dan verliest de Kerk de nieuwe generatie. Voor de communie
bidden we: “Heer ik ben niet waardig …” We weten dat we onwaardig zijn … Liefde
is genade. Liefde is een geschenk. De vraag of uit de echt gescheidenen de
communie mogen ontvangen zou moeten worden omgekeerd. Hoe kan de Kerk hulp
bieden aan complexe famiale situaties met de kracht van de sacramenten?
Wat doet u zélf?
De Kerk is 200 jaar in vertraging. Waarom wordt
er niet aan geschud? Zijn we bang. Bang, eerder dan moedig? Het fundament van
de Kerk is geloof. Geloof, vertrouwen en moed. Ik ben oud en ziek en ben
afhankelijk van de hulp van anderen. De goede mensen die mij omringen maken het
mogelijk dat ik liefde ervaar. Die liefde is sterker dan het gevoel van
ontmoediging dat ik soms ervaar als ik kijk naar de Kerk in Europa. Enkel
liefde overwint vermoeidheid. God is Liefde.
Ik heb een vraag voor u: “Wat kan u doen voor de Kerk?
Reacties
Het zijn de luisterende mensen die hierdoor die andere laat bestaan. Meestal denken wij in materiële hulp of het professioneel doorverwijzen binnen de structuur van kerk of samenleving. Maar iemand volledig te laten bestaan door te luisteren zodat die andere kan en mag zijn zoals die zich uitdrukt en integer toont dan zijn we al halfweg.
Denken in sacramenten is de hulpbehoevende verbinden met een techniekles van een instituut. Daar hoort een zware geloofsherinnering aan vast, die tegenwoordig helemaal dient uitgelegd te worden en dat is een open eerlijk en integer contact te ver. Het gaat dan over wie mag en wie niet, gewijd zijn of niet, eigenlijk niet integer als ge de teksten uit het NT leest. Daar gaat het er veel eenvoudiger aan toe, van mens tot mens. De ene die gelooft in de andere en die persoon zijn eigen geloof teruggeeft. Dit zijn de voldoeninggevende momenten en die zijn magisch. Niet een kerk of instituut en zeker geen instituut dat eigenlijk straft door iemand te ontzeggen. Grappig eigenlijk dat dit nog dient gezegd te worden. Wij zijn allen volwaardig mens en dat dient om te groeien en te bloeien, de ruimte geven we aan elkaar.
Ik zou nog iets willen toevoegen over de tegenwoordigheid van God zelf. Als men spreekt over veranderingen binnen de Kerk, lijkt men steeds weer terug te vallen op de mens, die deze of gene beslissing moet nemen of die actie moet ondernemen. Men schijnt het mirakel van de mensen te verwachten. Maar die mensen zijn inderdaad vaak moe of ontgoocheld, zoals de kardinaal zelf ook (of dood). En dat geeft wanhoop. Ook ik ben vaak wanhopig in de Kerk. Het is maar door mij op Jezus te focussen en door te geven wat ik kan, dat het mirakel gebeurt. Want God zelf speelt mee. En het goddelijke perspectief is een "hier-en-nu" kwestie.
Ik geloof dat alles en iedereen gegeven is, precies op de manier en op het moment waarop God het wil hebben. (zelfs al is dat soms moeilijk te geloven) De crisis in de Kerk valt niet buiten zijn Voorzienigheid. De pedofilie-schandalen komen ook pas naar boven op het moment dat Hij het gepast vindt (wat die reden ook mag zijn). Die schandalen zijn ook meestal gebeurd in de periode dat de Kerk nog bloeiend en voortvarend leek te zijn. Klopt het menselijke perspectief wel met Gods perspectief? En de kerken zijn zo leeg en zo stil als God ze wil hebben. (ik heb daar nog nooit een probleem mee gehad, integendeel) Waarom kan men de werkelijkheid zoals ze nu is, niet als goddelijk zien? Is het soms niet goed dat de waarheid naar boven komt? De bekering van de Kerk zelf gaat ook samen met de bekering van Europa. "Uw wil geschiede." Daar is de hoop. En daar is ook de dynamiek.
Maar wanneer vallen de schellen van de ogen? Wat mij opvalt is dat men in de Kerk zelden of nooit de ander echt ziet staan. We zijn elkaars praatpalen of zondebokken. Alle instrumenten van het orkest zijn nochtans daar. Iedereen zit op zijn plaats. Het mirakel gebeurt waar je bijstaat. Kijkt men wel naar de dirigent? Wanneer gaat men eindelijk eens de noten beginnen spelen die op zijn blad staan? Want alles en iedereen is gegeven, op Gods enige, juiste manier. Ik zelf leer dat elke dag opnieuw te zien.