Waarom Paus Franciscus zo weinig lijkt op Johannes de Doper
Homilie voor de tweede zondag
van de Advent: Jesaja 40,1-5.9-11 2 Petrus 3,8-14 Marcus
1,1-8
Paus
Franciscus is onthutsend voor nogal wat mensen. Tot in de hoogste regionen van
de Kerk. Het begon met die hartelijke begroeting op de logia van de
Sint-Pietersbasiliek. Buonasera, weet
u nog. Daarna was er het wassen van de voeten van gevangen en de beslissing om
te gaan wonen in een eenvoudig appartementje. Vervolgens waren er uitspraken
over mensen met een homoseksuele geaardheid, over de doop van kinderen van
alleenstaande moeders of ongehuwde ouders, en een ononderbroken serie van ontmoetingen
met al of niet gewonde mensen, van alle rassen en talen en maatschappelijke
posities. Franciscus heeft er voor gekozen het Evangelie vooral te verkondigen
door het eenvoudig, dag in dag uit, navolgen van het voorbeeld van Jezus. Meer
dan door het uitdrukkelijk verkondigen van de leer van de Kerk.
Dit waren we
niet zo gewoon. In het bijzonder in het optreden van de Pausen lag de nadruk vooral
op de doctrine. In een snel secularizerende cultuur als de onze heeft dit
geleid tot veel negatieve uitspraken, verbodsbepalingen en veroordelingen. Daar
zijn veel goede redenen voor. Gevolg is dat voor de publieke opinie christen
zijn vooral lijkt te rijmen met streng, cultuur- en wereldvreemd, angstig enz.
Negatieve omschrijvingen, die ver verwijderd zijn van de Goede Boodschap die
het Evangelie is.
Dat spanningsveld
tussen goddelijke Wet en de concrete ervaring van de liefde vinden we terug in
de lezingen van vandaag. Johannes de Doper komt streng over: “Johannes ging gekleed in kameelhaar met een
leren gordel om zijn lendenen; hij at sprinkhanen en wilde honing.” Stel je even voor dat je zo iemand zou ontmoeten. Andere
evangelieteksten geven dan weer te kennen dat Jezus opkeek naar Johannes.
Volgens sommigen was Jezus zelf een leerling van Johannes.
Johannes waarschuwt. Hij roept op tot bekering. Hij is
de laatste profeet van het Oude Testament en herinnert aan de regels. Dat is
belangrijk. Die voorschriften wijzen ons de weg en behoeden ons voor het maken
van fouten. Ze bieden veiligheid. Daar houden we van. Ook Jesaja spreekt ons in
de eerste lezing streng toe. Hij heeft het over straftijd en het dubbel
betalen van de zonde. Maar als Jesaja het heeft over de nakende komst van God, dan horen we een
ander, zachter geluid: “Als een herder zal Hij zijn schapen
weiden, in zijn armen ze samenbrengen, de lammeren dragen tegen zijn boezem, de
schapen met zachte hand geleiden.” Dit zijn woorden van tederheid,
zachtheid, vreugde en vertrouwen.
Zonet hoorden we Johannes de Doper zeggen: “Na mij
komt die sterker is dan ik, en ik ben niet waardig mij te bukken en de riem van
zijn sandalen los te maken.” Hoe belangrijk de strenge oproep van Johannes ook
is, er is iets dat nog veel belangrijker is. En dat iets, is eigenlijk iemand:
Jezus.
De bekering waartoe de Doper ons oproept is uiteraard
een bekering tot meer leven vanuit de
liefde van God. Een leven dat getuigt van de vreugde van het Evangelie van
Jezus. Het is goed dat we de geboden en de verboden kennen. Ze worden echter
maar christelijk als ze richtingwijzers worden naar meer leven en liefde.
Weldra gaan we gedenken dat God naar ons toekomt als
een boreling. Ontwapenend kwetsbaar en teer. Uitnodigend tot liefde en
zachtheid. Advent is een tijd om ons concreet te oefenen in die liefde en zachtheid.
Dan zullen we straks het Kind als een goede moeder, vader, broer of zus
behoedzaam in de armen kunnen nemen en het een veilige thuis aanbieden.
Nikolaas Sintobin sj
Reacties