Waarom de "corrigerende waarheid" vaak veel geduld vraagt (8/8)
In het najaar van 2016 hield ik in het kader
van “Bruisende Kerk”, een congres voor jonge katholieken in Gouda, een inleiding
met als titel: “Meer houden van de Kerk: in de leer bij Ignatius van Loyola en
Lucifer.” Hier volgen enkele uittreksels. 8/8
Het effect van een lucifermedeling is doorgaans
negatief. De persoon of groep die de boodschap krijgt gaat zich afschermen. Die voelt, bewust of onbewust, dat de drijfveer
niet liefdevolle bezorgdheid is, wel ergernis of boosheid. Dan treden de
verdedigingsmechanismen in werking. De rolluiken gaan omlaag. De boodschap, hoe
zinvol en terecht ook, wordt niet ontvangen of verliest geloofwaardigheid.
Bovendien is de kans reëel dat de relatie grondig verstoord wordt. Wat had
kunnen leiden tot groei, is verlies geworden.
De conclusie ligt voor
de hand. Een “corrigerende” waarheid zal des te beter ontvangen worden naarmate
de betrokkene voelt dat ze ingegeven is door constructieve bezorgdheid,
mildheid en dus liefde. Soms kan dit betekenen dat je best even wacht om het
gesprek aan te gaan. Tot de ergernis en boosheid geluwd zijn.
Ik besluit. Houden van
de Kerk is een genade en een opgave. Het is een genade omdat het je ten gronde
gegeven wordt. Net zoals het christelijk geloof waar het deel van uitmaakt. Het
is ook een opgave. Het is een voortdurend aandachtspunt. We mogen een leven
lang groeien in het leren houden van onze Kerk.
Reacties