"Vertrouwen in de liefde, eerder dan in mijn eigen zieligheid" - Vertrouwen (3/6)
Voor de glossy LFK schreef ik een overweging over vertrouwen. In deze serie bied ienkele
uittreksels aan. (3/6)
Er
is gradatie in vertrouwen. Het kleine kind dat voor het eerst fietst ziet met zijn
eigen ogen dat papa of mama naast hem staat. Als ik mij kwetsbaar opstel
tegenover een vriendin dan zie ik haar aanwezigheid, hoor ik haar stem, zie ik
haar ogen en heb ik de precieze herinnering van haar voorbije woorden en daden.
Er is nog wel risico. Maar er is tegelijk een stevig en betrouwbaar vangnet dat
het makkelijker maakt om de sprong in het onbekende te wagen.
Sommigen
gaan wel heel ver in dat vertrouwen. Onlangs leerde ik Stefan kennen. Stefan is
een Amsterdammer die enkele jaren geleden een hoge dwarslaesie kreeg. Van het
ene ogenblik op het andere was alles beneden zijn hoofd verlamd. Zes maanden
later ging Stefan opnieuw zelfstandig wonen, in een aangepaste woning. Nochtans
was hij, volgens de regels van de geneeskunde, eigenlijk veroordeeld was om
voortaan enkel nog maar bedlederig te zijn. Wat mij zo trof in zijn verhaal was
de rol die vertrouwen in zijn revalidatieproces heeft gespeeld en ook nu nog
speelt. Hieronder vind je woordelijk wat Stefan mij vertelde over de maanden
die volgden op zijn dwarslaesie en de daarmee gepaard gaande verlamming.
Ik had, een week na mijn ongeluk, een bijna-dood-ervaring.
Die was zo mooi, dat ik eerst gewoon niet meer verlangde te leven. Ik verlangde
terug naar die dood. Niet omdat ik wilde vluchten uit mijn ellende. Ik ervoer
het eerder als een positief verlangen naar iets veel mooier dat ik geproefd had
in die bijzondere ervaring. Geleidelijk kwam er echter opnieuw een
levensverlangen in mij. Iets in mij verlangde – en verlangt nog steeds – te leven.
Gewoon leven om te leven. Het is vertrouwen dat me terug naar dat leven heeft toegeleid.
Niet het willen. Niet allerhande doelstellingen die ik mezelf stelde, targets
die ik per se wilde bereiken. Wel een diep verlangen in mij dat mij duwt in de
richting van het leven.
De wil heeft te maken met mijn ego, met pijn, verdriet,
verlies, het goed doen, dat wat anderen menen dat ik moet doen, enz. Door te
durven vertrouwen op dat diepe verlangen in mij, ben ik geleidelijk aan vrijer komen
te staan van al dat willen. Ook al ben ik boos omdat ik zoveel dingen niet kan.
Concreet betekent dit dat ik ging doen wat dat vertrouwen me
aangaf te doen, ook al ging dat in tegen de protocollen. En dat deed het ook
vaak. Zo ging ik al snel opnieuw proberen te staan, ook al was dit niet volgens
het voorziene programma van de revalidatie. Ik vertrouwde me toe aan iets dat
me niet door mensen werd aangereikt en dat ik niet zelf bedacht. Mijn
vertrouwen werd niet geschaad.
Wat ik voel en waar ik me door laat leiden is geen
sentiment. Het heeft alles te maken met liefde. Een energie die ik voel en die
me blij maakt. Het is niet zozeer vertrouwen in mezelf. Wel een sprankelend
gevoel van leven, heel subtiel, waar ik heel goed naar luister, eerder dan naar
mijn eigen zieligheid. Die levensenergie komt naar me toe en wijst me de weg
die ik, dag in dag uit ga. Als ik daarnaar luister en erbij blijf, dan leef ik,
blij en open. Het is iets in mij, maar niet van mij. Het leeft in mij. Het wil
leven in mij. Het heeft me leren geloven in dat vertrouwen. Dat is vandaag,
zeven jaar na mijn ongeluk, enkel maar sterker geworden.
Nikolaas Sintobin sj
Reacties
Dankjewel Nikolaas !