Wat de angst van een klein jongetje kan leren over een evangelieverhaal - homilie van Nikolaas Sintobin sj voor deze zondag
Hieronder vind je mijn homilie voor deze zondag.
21ste
zondag door het jaar C
Jes 66,18-21. Ps 117(116),1.2. Heb 12,5-7.11-13. Lucas 13,22-30
Ik was nog een klein jongetje en zat in de
klas. De juf, of was het de meester, ik weet het niet meer, had twee
indrukwekkende tekeningen gemaakt op het bord. Één van een grote, brede weg, de
weg naar de hel. Een andere van een smal, kronkelend paadje, uitgevend op een
nauwe deur, toegang tot de hemel. Het was de catechese-les. Ik zie het nog zó
voor mij. De boodschap was glashelder. Het pad naar de hel is makkelijk en
aantrekkelijk. De weg naar de hemel, dat is een ander verhaal. Het is mijn oudste herinnering aan mijn
geloofsopvoeding. Zou ik erin slagen om die nauwe deur door te komen?
Het is een angstherinnering. Toch bijzonder. Angst
als eerste gevoelsmatige herinnering aan de Blijde Boodschap. Is dit geen
tegenspraak? Eerlijk gezegd, als ik vandaag, ruim 50 jaar later, diezelfde
evangelietekst lees, word ik er ook niet meteen happy van. Hoe moeten we deze
tekst interpreteren? Laat me eerst zeggen dat het woord “interpreteren” me hier
heel belangrijk lijkt. Elke tekst vraagt om interpretatie. Ook al lijkt de
boodschap van de tekst zo vanzelfsprekend, we dienen hem steeds te interpreteren.
Voor een Bijbeltekst levert dit, naast andere, twee aandachtspunten: goed lezen
wat er staat + het tekstfragment lezen binnen het geheel van de Bijbel.
1. Wat staat er precies in de evangelielezing van
vandaag?
Aan Jezus wordt gevraagd of er maar weinig
mensen gered zullen worden. Anders gezegd, zijn het maar de uitzonderingen die
naar de hemel gaan? Als je de tekst aandachtig leest dan merk je dat Jezus daar
geen sluitend antwoord op geeft. Wel gaat Hij expliciet in op de eigen
verantwoordelijkheid van de individuele gelovige. Meer in het bijzonder, noemt
hij het bedrijven van onrecht als hét obstakel om het eeuwig leven te verwerven.
Ons doen en laten, onze concrete manier van dagdagelijks in het leven staan,
meer in het bijzonder, de wijze waarop we omgaan met onze naaste, of met het
milieu, zijn van het grootste belang. Wij, mensen, zijn verantwoordelijk.
Tegelijk krijg je, bij het horen van dit
evangelie, echt de indruk dat het voor een mens wel heel moeilijk is om zijn
hemels hachje te redden.
2. Wat leert ons de ruimere Bijbel over deze
vraag?
Zoals gezegd, het is belangrijk om elk deeltje
van de Bijbel te lezen binnen het ruimere verhaal. Zo niet kan je de Bijbel alles
doen zeggen, de meest gekke dingen eerst. Dat is de logica van het bijbels
fundamentalisme.
Laat ons dus eens kijken naar de eerste lezing
uit Jesaja en naar de psalm die de liturgie ons vandaag, niet toevallig,
aanreikt. Wat daar opvalt is het gebruik, tot viermaal toe, van het woord
“alle”: alle volken, alle talen, alle broeders … zullen door de Heer samen- en
teruggebracht worden. Niet enkelen, wel allen. Blijkbaar is de hemel dan toch
niet voorbehouden voor zeldzame enkelingen. Kijken we ook even naar de drie
evangelieverhalen die de evangelielezing uit Lucas voorafgaan:
1. De onvruchtbare vijgenboom: een verhaal over
Gods geduld en barmhartigheid;
2. De genezing van de gekromde vrouw: Jezus die
een zieke vrouw, zonder dat zij daarom vraagt, zomaar geneest: een verhaal over
Gods gratuite goedheid en herscheppende kracht;
3. Het mosterdzaadje en het gist: vanzelf groeien
ze uit van bijna niets tot heel groot.
Anders uitgedrukt, net voordat Jezus het beeld
van de nauwe poort uitwerkt, heeft hij het tot driemaal toe gehad over de
overdaad van genade die God zomaar geeft, zelfs ongevraagd.
Was ik als klein jongetje op het verkeerde been
gezet door die bordtekening? Ja en neen. Neen, ik was niet misleid omdat ze me
terecht leerde dat de eigen verantwoordelijkheid van de christen wel degelijk
bestaat en groot is. Ja, ik was wel misleid omdat alvast in mijn herinnering,
die verantwoordelijkheid te eenzijdig werd voorgesteld. In werkelijkheid wordt
onze eigen bijdrage namelijk voortdurend mogelijk gemaakt door Gods voorzienende
liefde en genade. Die maakt dat zelf het onmogelijke mogelijk wordt. Het is
Gods grootste verlangen om ons, om elk van ons, binnen te kunnen leiden in zijn
eeuwige liefde.
Nikolaas Sintobin sj
Reacties
Liefde is spontaan en totaal...
Gods liefde is gave...
De mens heeft de wil gekregen (een gave Gods) er op in te gaan of...
Dank U broeder Nikomaas.