Het sterfbed als leessleutel voor de ontmoeting met Jezus - homilie van Nikolaas Sintobin sj
Hier vind je mijn homilie voor deze zondag.
33ste ZONDAG DOOR HET JAAR C
Mal 3,
19-20a Ps 98 (97) 2 Tess 3, 7-12 Lc 21, 5-19
Het sterfbed van onze dierbaren is vaak confronterend. Het kan iets heel
mooi hebben. Er kunnen gevoelens zijn van intense dankbaarheid, verbondenheid
en liefde. Tegelijk kan er ook diepe pijn en verdriet zijn. Omwille van het
afscheid dat heel nabij is. Ook omwille van wat verkeerd liep, onaf of ongezegd
is gebleven. In die laatste momenten kan dat allemaal samen komen. Even intens
als verwarrend. Het is vaak een ervaring van waarheid.
Iets analoogs horen we in de teksten van deze zondag. In het bijzonder
in de evangelielezing uit Lucas. We horen er allerhande rampmeldingen over
verwoesting, oorlog, pest, verraad, hongersnood enz. Maar net zo goed horen we
er heel bemoedigende en zorgende woorden.
Die angstbeelden waarop Lucas ons
zo rijkelijk vergast zijn een bekend litterair genre in de Bijbel. Het zijn
dramatische en gewild confronterende voorstellingen die gebruikt worden als het
gaat over de eindtijd, ook apocalyps genoemd. Ze willen ons wakker schudden. De eindtijd is immers het
ogenblik waarop de waarheid aan het
licht komt. De volledige waarheid. Ook wat verborgen en minder fraai is. Alles. Hoe moet je dit begrijpen?
Wij christenen vergeten wel eens
dat de eindtijd, vanuit gelovig perspectief, niet in een verre toekomst ligt
is. Zelfs niet in een nabije toekomst. De eindtijd is nú. In het leven, de dood
en de verrijzenis van Jezus heeft God zich helemaal geopenbaard. De definitieve
confrontatie met diegene die over zichzelf zegt Ik ben de weg, de waarheid
en het leven vindt vandaag plaats. De apocalyps is nu.
Dat kunnen we merken en voelen.
In de eerste plaats in ons eigen leven en in onze ziel. Wie Jezus in de ogen kijkt,
ziet daar een eindeloze liefde, barmhartigheid en tederheid. In Jezus ontdekken
we steeds opnieuw hoe God ons steeds opnieuw het leven geeft. Aan elk van ons
in het bijzonder. Maar daar eindigt het verhaal niet. Jezus in de ogen kijken
leidt ook tot een vraag: wat doe ik met al die genade die mij gegeven wordt?
Concreter, hoe ga ík om met mijn medemens,
met mijn medemens in nood? Met de vluchtelingen, met mensen wiens recht
op leven bij het prille begin of aan het einde wordt miskend? Hoe ga ík om met
de natuur? Hoezeer zet ík me in opdat die prachtige schepping die ons is
toevertrouwd kan worden doorgegeven aan onze kinderen en kleinkinderen? Enz.
Door zijn overvloedig gebruik van
die angstaanjagende apocalyptische beelden geeft Jezus ons aan dat die
confrontatie heftig kan zijn. We hebben het nodig om steeds opnieuw herinnerd
te worden aan de ernst van onze zending. Het belangrijkste uit dit onderricht
van Jezus staat echter aan het einde. Jezus zegt er: Ik zal u een taal en
een wijsheid geven, die geen van uw tegenstanders zal kunnen weerstaan
of weerspreken. En ook: geen haar van uw hoofd zal verloren gaan. Door
standvastig te zijn zult ge uw leven winnen. De verantwoordelijkheid die
God op onze schouders legt is groot. Maar nog groter is de kracht en de
inspiratie die zijn voorzienende liefde ons dag in dag uit aanbiedt.
De uiteindelijke waarheid die
Jezus ons openbaart is er een van eindeloze liefde en leven. Jezus is Goede
Boodschap en doet alles opdat die Goede Boodschap steeds meer Goede Boodschap
mag worden en blijven. Maar zonder onze daadwerkelijke medewerking staat God
machteloos. De bal ligt in ons kamp.
Reacties