Ieder die trouw probeert te bidden, zal niet alleen vertroosting ervaren, maar ook het tegendeel. Dorheid, duisternis, verwarring, onrust, zich aangetrokken voelen tot lage en minderwaardige dingen; of ook een innerlijke leegte, saaiheid, volledig gebrek aan concentratie. De eerste raad in deze situatie is heel moeilijk, nl. niet opgeven en zelfs niet de gebedstijd inkorten. Die raad gaat lijnrecht tegen mijn gevoelens in. Want wat ik ervaar is nu precies dat het allemaal geen zin heeft! En dan toch trouw blijven!! Dat is echt heel moeilijk. Maar ook heel wezenlijk. Behalve dit trouw zijn moet ik me toch ook wel een paar vragen stellen: 1. Ben ik misschien te moe? Dan moet ik voor het gebed eerst wat uitrusten, anders is het vechten tegen de bierkaai. 2. Kan het zijn, dat ik God iets weiger, wat Hij duidelijk van mij verlangt? Daar hoef ik echt niet lang over na te denken, want ik weet heel goed dat ik een bepaald iets moet doen of juist ...
Reacties
laat ik proberen het uit te leggen:
het gaat hier om vrije wil. "De mens geschapen naar Gods beeld" wil zeggen dat we een vrije wil hebben. Wie eerst voor het dienen van God gaat en zijn eigen zaken op de tweede plaats zet, zegt daarmee in daden dat hij op God vertrouwt, en geeft met zijn vrije wil zo aan God de toestemming om te handelen. Wie - voor al het andere - eerst voor zichzelf zorgt, zegt daarmee: God, ik moet voor mezelf zorgen, want op U kan ik niet rekenen. God handelt niet, tenzij wij het Hem toelaten. Dus voor wie "God bovenal bemint" en voor Hem in de weer is, voor hem kan (begrijp 'mag') God beter zorgen, dan voor wie zijn eigen belang boven dat van God verkiest.