Hieronder vind je mijn homilie voor deze zondag. Vijfentwintigste zondag door het jaar, C : Amos 8,4-7 1 Timoteüs 2,1-8 Lucas 16,1-13 Mijn eerste taak als jezuïet is internetpastoraat. Het wereldwijde web is mijn tweede thuis geworden. Een thuis omdat het voor mij een voorkeursplek is waar ik het Evangelie mag ontdekken en op mijn beurt doorgeven. Het internet heeft ook schaduwzijden. Een daarvan is dat het internet nooit vergeet. Het feit dat er thans zoveel schandalen aan het licht komen, heeft hier mee te maken. Het internet is onverbiddelijk. Wat er eenmaal op staat, kan je er nauwelijks vanaf krijgen. Ik moest hieraan denken toen ik de lezing uit Amos las. De profeet klaagt er de praktijken aan waarmee kooplui arme mensen bedriegen. Geen van hun daden zal Ik ooit vergeten!, horen we God zeggen. “ Goed zo!” , was mijn spontane reactie. Onrechtvaardigheid moet gestraft worden. Als ik hier echter even over nadenk, gaat mijn hevigh...
Reacties
laat ik proberen het uit te leggen:
het gaat hier om vrije wil. "De mens geschapen naar Gods beeld" wil zeggen dat we een vrije wil hebben. Wie eerst voor het dienen van God gaat en zijn eigen zaken op de tweede plaats zet, zegt daarmee in daden dat hij op God vertrouwt, en geeft met zijn vrije wil zo aan God de toestemming om te handelen. Wie - voor al het andere - eerst voor zichzelf zorgt, zegt daarmee: God, ik moet voor mezelf zorgen, want op U kan ik niet rekenen. God handelt niet, tenzij wij het Hem toelaten. Dus voor wie "God bovenal bemint" en voor Hem in de weer is, voor hem kan (begrijp 'mag') God beter zorgen, dan voor wie zijn eigen belang boven dat van God verkiest.