Moet je dom zijn om te geloven? - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor de komende zondag
Welkom in onze gestreamde eucharistieviering (via zoom) komende zondag om 9u30 op www.onlinemis.nl
Homilie voor de 14de zondag door het jaar A
Zach. 9, 9-10 Ps. 145 Rom. 8, 9. 11-13 Mt. 11,25-30
Een geleerde priester-theoloog ging voor in de eucharistie ergens in een klein dorpje. Hij was ontevreden over zijn preek. Hij vond dat hij er niet in geslaagd was de finesse van de evangelielezing uit te leggen. Na afloop kwam er een oud dametje naar hem toe. Het was een eenvoudige vrouw die enkel maar lagere school had gelopen. Theologie en exegese waren aan haar niet besteed. Oh, meneer pastoor, wat een mooie preek heeft u toch gegeven, zei ze met grote dankbaarheid. Wat vond u er dan wel zo mooi aan, vroeg de verwonderde priester. Ze gaf hem vervolgens een uitleg over de evangelietekst die zo diepgaand en uitgepuurd was dat de priester er stil van werd.
We hoorden het Jezus net zeggen, Ik prijs U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat Gij deze dingen verborgen gehouden hebt voor wijzen en verstandigen, maar ze hebt geopenbaard aan kinderen. Ook andere passages uit de Bijbel gaan in die richting. De eerste mensen die het voorrecht krijgen om de pas geboren Jezus te ontmoeten zijn ongeletterde herders. Het kind Jezus, zo leert ons het Evangelie volgens Lucas, gaat in de Tempel in gesprek met geleerde leraren die verbaasd zijn door de kwaliteit van zijn antwoorden. Jezus mag dan wel Jezus zijn, hij was toen toch maar een kind van 12 jaar. We merken ook dat de Kerk officieel erkent dat inzicht in het geloof en studie twee verschillende zaken zijn. Iemand als Theresia van Lisieux is door paus Johannes Paulus uitgeroepen tot kerklerares. Theresia was geen monument van geleerdheid. Toch worden de geschriften van deze piepjonge slotzuster ter lectuur aanbevolen aan alle gelovigen.
Hoe moet je dit interpreteren. Nogal wat mensen menen oprecht dat het geloof is iets voor kinderen of, ruimer, voor mensen die van niet beter weten. Zij zijn er van overtuigd dat het volstaat om je wat intellectueel te vormen opdat je al die zogenaamde sprookjes zou kunnen doorprikken. De praktijk toont echter dat geloven niet in de eerste plaats te maken heeft met verstand. Je vindt gelovigen én ongelovigen zowel bij heel eenvoudige als bij heel geleerde mensen. Sommigen verliezen inderdaad hun geloof als zijn gaan studeren. Anderen, daarentegen, ontdekken net door hun studies het geloof.
Waar hangt het dan wel van af of iemand gelooft in God en Jezus? In de tweede lezing van daarnet gaf Paulus ons een belangrijke hint: de Geest van God woont in u. Geloven is niet in de eerste plaats het resultaat van ons eigen doen en laten. Geloven is ook geen beloning omdat je het zo goed doet. Sommigen smachten ernaar te geloven, maar geloven niet. Anderen zijn er helemaal niet naar op zoek, maar stellen wel vast dat ze geloven.
Geloven is een genade. Het is een geschenk van God. Geloven maakt mogelijk dat Gods actieve aanwezigheid in je innerlijkheid sterker kan worden en dat je, indien je daarmee instemt, je ook meer aan Hem gaat toevertrouwen. Groeien in geloof vraagt dat je uit handen geeft. Dat is een voorwaarde om te kunnen groeien in gehoor-zaamheid aan de Geest. Gelovig leven, nog anders gezegd, kan dus betekenen dat je je spontane voorkeuren en refleksen tussen haakjes zet en bewust ervoor kiest te doen wat God je vraagt.
Dit betekent dat geloven een houding vraagt van nederigheid, van durven en willen ontvangen en van erkennen dat er iemand anders is die het beter weet. Net zoals een klein kind zonder probleem kan ontvangen van papa of mama en intuïtief weet dat zij het beter weten.
Tot deze houding komen, de geloofshouding, als volwassene is geen teken van domheid. Het vraagt veeleer wijsheid én inzicht in de eigen beperktheid en kleinheid. De ervaring leert dat dit vaak makkelijker is voor eenvoudige, arme mensen dan voor rijke mensen, welke vorm die rijkdom ook mag aannemen. Het is dan ook niet vreemd dat Jezus in de zaligsprekingen eenvoud van hart beschouwt als de grootste rijkdom.
Nikolaas Sintobin sj
Reacties
gehoorzaamheid.
Doet me onmiddellijk denken aan dat allereerste van de 'elf geboden'. Zelfs in een jezuïeten college hoorden we meestal enkel de laatste 10.
Maar die 'nummer nul' : Hoor, Israel' oftewel 'leer luisteren' geeft die nederigheid, dat 'eenvoudig zijn en eenvoudig vertrouwen' zo duidelijk weer.
En zo ver voor Jezus ter sprake komt.
Opnieuw : dank voor deze tekst
(mijmering? memorie? herinnering?)