In gesprek treden met mensen die je niet in hun hart dragen
Onderstaande richtlijnen van Ignatius gaan over hoe in gesprek treden met mensen die je niet in hun hart dragen.
“Weinig aan het woord komen en je tijd nemen; langdurig luisteren en met welwillendheid, en dit, tot je gesprekspartners alles hebben kunnen zeggen wat ze wilden. Daarna een antwoord geven op de verschillende punten; het gesprek beëindigen en afscheid nemen. Neemt je gesprekspartner het gesprek terug op, hou het antwoord zo kort mogelijk en neem dan prompt maar liefdevol afscheid.
In je omgaan met anderen, zeker als je de genegenheid zoekt te winnen van groten of van edellieden, … heb dan eerst aandacht voor hun temperament en hun natuurlijke geaardheid, en laat je hierdoor leiden. Is iemand opvliegend, of spreekt hij levendig en graag, gun hem dan zijn manier van zijn. Bespreek met hem zaken die goed zijn en heilig, zonder zelf te ernstig, energieloos of zwaarmoedig over te komen. Ook voor hen die minder verfijnd zijn van nature, die trager zijn bij het spreken, die gewichtig en zwaar overkomen wanneer zij iets uitleggen, zul je je aanpassen aan hun manier van doen, want dat is wat zij graag hebben.
Hier moet je op letten : is iemand van nature uit opvliegend, en gaat die een gesprek aan met een ander opvliegend iemand, als zij niet alle twee dezelfde mening hebben, dan is het risico groot dat hun onderhoud op een conflict uitdraait. Daarom, weet iemand van zichzelf dat hij opvliegend is van karakter, dan moet hij bijzonder aandacht besteden, tot in de details, aan zijn omgang met anderen. Hij moet zoveel mogelijk op zijn hoede zijn en nagaan waar hij aan toe is. … In een gesprek met een onverstoorbaar of een zwaarmoedig iemand is het gevaar minder groot om tot onenigheid te komen ten gevolge van overhaaste uitspraken. … Met mensen waarvan wij het gevoel hebben dat zij beproefd of bedroefd zijn moeten wij ons heel vriendelijk gedragen, langere gesprekken voeren, en veel innerlijke en uiterlijke tevredenheid en vreugde uitstralen. Zo gaan wij in tegen de gevoelens waar zij zelf mee zitten, wij richten ze weer sterker op en reiken hun ook een sterkere vertroosting aan.
In al onze gesprekken, maar vooral wanneer het gaat om het bedaren van conflicten, ook in voordrachten over geestelijke onderwerpen, moeten wij op onze hoede zijn, bedenkend dat elk woord publiek kan en zal gemaakt worden.
Reacties