Het verschil tussen de Kerk en groot huisvuil (2/8)
In het najaar van 2016 hield ik in het kader
van “Bruisende Kerk”, een congres voor jonge katholieken in Gouda, een inleiding
met als titel: “Meer houden van de Kerk: in de leer bij Ignatius van Loyola en
Lucifer.” Hier volgen enkele uittreksels.
2/8
Als
ik naar mezelf kijk, stel ik vast dat ik houd van onze Kerk. Niet aarzelend.
Wel voluit. Dat is gewoon zo. Als ik me
vervolgens de vraag stel hoe dat komt, dan heb ik meteen het antwoord. Ik heb
er geen verdienste aan. Het is gewoon de Kerk die mij Jezus heeft doen
ontdekken, het mooiste wat mij ooit overkomen is. Zonder de Kerk had ik nooit
het Evangelie leren kennen. Het dankzij de Kerk dat ik in 1989 heb kunnen
besluiten om jezuïet te worden. En nochtans stonden toen reeds zowat alle
rationele, objectieve lichten op rood om me in die kwijnende Kerk te engageren.
Maar mijn hart zei ja. Ik had leren houden van Jezus en ik voelde aan dat dé
plaats bij uitstek om Jezus te ontmoeten en dienen net de Kerk is.
Toen de misbruikcrisis
uitbrak en ondraaglijk donkere kanten van onze Kerk aan het licht kwamen, bleef ik net zo goed houden van de
Kerk. Zij is het die mij, als een moeder, het geloof heeft doorgegeven. Als je
moeder ziek blijkt, dan zet je haar niet bij het groot huisvuil. Maar ga je er
net extra goed voor zorgen.
Reacties