Hoe je kan leren omgaan met de ondraaglijke blik van Jezus
Enkele jaren geleden las ik Anthony De Mello’s boek Sadhana, een weg naar God. Daarin beschrijft hij een wijze van
bidden die de heilige Teresa van Avila aanbeval. Het is een bedrieglijk
eenvoudige wijze van bidden: Stel je voor dat Jezus naar je kijkt, liefdevol en
nederig, m.a.w. ga ergens zitten en laat Jezus je aankijken.
Toen ik dit soort van gebed voor de eerste
keer uitprobeerde, beeldde ik me in dat Jezus me recht aankeek, van heel
dichtbij, met liefdevolle en bescheiden ogen. Ik voelde me onbeholpen en
verlegen. Mijn eerste reactie was achteromkijken naar wie er achter mij stond.
Ik keerde me weer om en Jezus keek nog altijd naar mij met oneindige liefde en
met een glimlach die mijn hart verschroeide, en ik begon te wenen.
Ik was niet voorbereid op de kracht van die
blik. In mijn leven heb ik heel wat afbeeldingen van Jezus gezien die vanaf het
schilderij of de icoon recht naar de toeschouwer keken. Maar daarvan ging
altijd een strenge en plechtige indruk uit; alsof Jezus al de verborgen zonden
van de mensheid las.
In deze oefening nu raakte ik gebiologeerd
door Jezus’ blik. Die richtte zich op niemand anders dan op mij, kleine
kwetsbare mens. En Jezus lachte. Ik kon niet loskomen van de liefde in die ogen
en van het feit dat die blik voor mij bedoeld was. Ik ben niet waardig, bleef ik maar denken, maar hoe langer ik daar
zat, hoe meer ik begon te geloven dat ik het wellicht wel waard was. Ik begon
te geloven dat Jezus wellicht iets inschikkelijker is voor mij dan ik het voor
mezelf ben, dat hij mijn gebreken wel ziet, maar dat hij ook verder ziet, ook
het beste van mij ziet, de kern van wat ik echt ben.
Ginny Kubitz
Reacties