Over het verband tussen oprechtheid en nederigheid
Oprechtheid is een essentieel onderdeel van de
nederigheid. Het betekent ja zeggen aan onze menselijkheid, en zowel de
doodstrijd als de extase van ons schepsel zijn aanvaarden. Wij zijn van de
aarde – humus – en wij worden opgeroepen om de totaliteit van wie we zijn
volkomen te aanvaarden. Het vraagt moed om én onze beperkingen te aanvaarden én
werk te maken van onze mogelijkheden. Nederigheid – de waarheid aanvaarden –
eist oprechtheid.
Oprechtheid en nederigheid vragen om overgave; om
afstand te doen van onze verlangen naar controle, veiligheid, achting en
bijval. Oprechtheid en nederigheid vragen ons na te denken, zoals Ignatius van
Loyola het deed, over onze manier van doen die ons van de weg van Christus doet
afwijken. Zo werd het gewetensonderzoek een integraal deel van de ignatiaanse
spiritualiteit. Wie naar hem kwamen voor geestelijke begeleiding of biecht,
moedigde hij aan om te volharden in een grondig onderzoek van zijn of haar
ziel.
Dit gewetensonderzoek, dat Ignatius ontwikkelde en
verruimde tot een onderzoek van het diepste bewustzijn, is essentieel en
fundamenteel voor een authentieke innerlijke genezing.
Ignatius leerde zijn zondigheid kennen en benoemen
door zijn innerlijke drijfveren te toetsen aan Gods werkzame aanwezigheid in
zijn ziel. Alleen Gods liefde en genade maakte dit mogelijk.
Dezelfde liefde en genade liggen ook in ons bereik. Vertrouwen
we op Gods hulp, dan mogen we uitkijken naar de vrijheid die Gods
barmhartigheid en onze oprechtheid ons bezorgen.
Jacqueline Bergan CSJ en Maria Schwam CSJ
Reacties