Het aloude maar werkzame recept van wijlen paus Benedictus - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor deze zondag
5Toen zeiden de apostelen tegen de Heer: ‘Geef ons meer geloof!’ 6De Heer zei: ‘Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee!” en hij zou jullie gehoorzamen. Lucas 17,5-7
Een aantal jaren geleden deed zich iets vreemd voor in een buurland. Een bejaarde wereldleider kwam er op bezoek. De publieke opinie en de media waren hem ronduit vijandig gezind. Er heerste een schandaalsfeer. De bezoeker liet zich hierdoor niet afschrikken. Ik heb alleen maar schrik van de tandarts, zei hij.
Zowat alle regels van de moderne communicatie lapte de man aan zijn laars. Hij had een schichtige blik, sprak met aarzelende stem en een zwaar accent. Twintig toespraken hield hij. Dat waren niet meteen leuke oneliners of slogans. Hij vergastte zijn gehoor telkens weer op aaneenrijgingen van diepgaande gedachten. De spreker deed geen enkele moeite om zijn publiek te verleiden. Van zijn charisma moest hij het niet hebben. Toch slaagde paus Benedictus er in de nazomer van 2010 in om binnen enkele uren het hart van de Britten te veroveren. Bitsigheid en argwaan ruimden plaats voor openheid en hartelijkheid. Wat was dan wel zijn recept? Wat was zijn bijzondere boodschap? Het was eigenlijk even eenvoudig als schokkend: Jezus Christus en zijn evangelie. Als opvolger van Petrus is hij gewoon, met gelovig vertrouwen, in de voetsporen van Jezus gestapt. De Britten hebben geluisterd en werden diep geraakt. Ze waren er zelf verbaasd door.
In de Bijbel lezen we heel wat ervaringen die doen denken aan wat gebeurde bij dat pausbezoek in Groot-Brittannië. We vinden er aanwijzingen over hoe wij kunnen gaan met de problemen waarmee de kerk vandaag in de Lage Landen en wereldwijd wordt geconfronteerd.
De profeet Habakuk schreeuwt zijn wanhoop uit. Met woorden als geen redding, ellende, verwoesting, geweld, tweedracht. Jeruzalem wordt belegerd en de Israëlieten worden gedeporteerd. Alles lijkt in te storten. Is het dan allemaal illusie? Zijn de gewone gelovigen bedrogen door God en door hun leiders? We kunnen er ons iets bij voorstellen.
Habakuk steekt zijn kop niet in het zand. Tegelijk weigert hij zich te laten meesleuren door zijn ontreddering. In volle crisis roept Habakuk op tot trouw: de rechtvaardige zal leven door zijn trouw. Te midden van de storm, roept God ons op tot trouw: trouw aan God, trouw aan het evangelie, en ja, ook trouw aan de kerk. Het is een oude traditie om de kerk onze moeder in het geloof te noemen. Het is immers in en dankzij de kerk dat wij, rechtstreeks of onrechtstreeks, ons geloof in Jezus hebben gekregen. Welnu, een moeder kan ziek zijn. Het kan gebeuren dat sommige van haar ledematen flink geïnfecteerd zijn, ja zelfs verdorven.
Ernstige ziekte vraagt aangepaste medicijnen. Sommige medicijnen smaken bitter. Soms is amputatie nodig. Maar we weten ook dat het beste medicijn liefde is. Als je moeder ziek is, dan laat je haar niet in de steek. Dan ga je haar méér zorg en liefde geven. Dit geldt ook als haar wonden een ondraaglijke geur verspreiden.
Groeien in trouw, vraagt Habakuk ons. Wat kan ons daarbij helpen?
Paulus geeft ons een eerste belangrijke tip. In zijn tweede brief aan Timoteüs roept hij op om niet bang te zijn. Laat niet toe dat de angst de bovenhand krijgt in je hart. Dat kan moeilijk zijn. Onze wereld lijkt steeds weer de ene crisis na de andere in te duiken. Op de duur zou je nauwelijks nog durven de krant te lezen of te luisteren naar het nieuws. Toch zijn christenen mensen van hoop. Wij zijn mensen die geloven dat Gods liefde, uiteindelijk, krachtiger en vindingrijker is dan wij ons kunnen voorstellen. Hopen betekent niet het kwaad ontkennen of minimaliseren. Het wil veeleer zeggen dat wij in ons hart weten dat het kwaad niet het laatste woord heeft. De duizenden jaren geschiedenis van God met zijn mensen heeft dit ruimschoots aangetoond. We hoeven niet bang te zijn. We mogen wel hoopvol én verantwoordelijk verdergaan.
In het evangelie volgens Lucas geeft Jezus ons nog een tweede tip over wat het betekent om trouw te zijn: Hij nodigt ons uit om te blijven geloven. Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje, dan wordt het onmogelijke mogelijk. Wie blijft geloven, in het bijzonder in moeilijke tijden, komt niet bedrogen uit. De ervaring van paus Benedictus in Engeland is daarvan een mooie illustratie.
Voor christenen betekent geloven dat we steeds weer onze ogen richten op Jezus. De vrucht van deze groeiende verbondenheid met de Heer is dubbel.
De eerste vrucht is die van de bekering. Zich bekeren betekent zich meer toewenden tot de Heer. Dit vraagt om alles los te laten wat verwijdert van God. Zowel dierbare als pijnlijke dingen kunnen die afstand met zich brengen. Ervan loskomen kan veel strijd vragen en pijn doen. Bekeren vraagt dat we onszelf, individueel en collectief, in vraag durven stellen. Hoe meer het je gegeven wordt om dit te doen vanuit de ervaring van Gods liefde en hoe minder dit gebeurt vanuit angst, hoe meer vruchten de bekering zal dragen. Elk geloofsverhaal is een verhaal van bekering. Een betrouwbaar waarmerk is de vreugde die er de vrucht van is. Soms is die uitbundig. Meestal is die vreugde discreet.
Ten tweede is er dankbaarheid. Godsverbonden leven leert om al het mooie te zien dat ons te beurt valt. Ook als er veel donderwolken zijn, blijft de zon verrassend vaak schijnen. De gelovige mens is een dankbare mens.
Reacties