Als een zwerver je uitnodigt tot meer heiligheid - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor Allerheilige
ALLERHEILIGEN
Openbaring 7,2-4.9-14. - Psalm 24(23),1-2.3-4ab.5-6. 1 Johannes 3,1-3. Matteüs
5,1-12a
Een tijd geleden nam ik de trein in Schiphol
naar Amsterdam. Op het ogenblik dat ik wilde gaan zitten merkte ik dat een
bejaarde man aanstalten maakte om ook plaats te nemen, en wel in de zetel
tegenover mij. Ik had de man vlak ervoor opgemerkt op het perron. Hij was
ongeschoren en ongekamd, net niet in lompen gekleed, droeg allerhande tassen,
had een groot blik bier in de hand, zijn ogen waren bloeddoorlopen. De eerste
gedachte die me door het hoofd schoot was: Neen,
hier heb ik geen zin in, ik ga naar de andere kant van de wagon. Maar
meteen hoorde ik een innerlijk stemmetje dat me zei: Nikolaas, dat kan je niet maken. Deze man is een mens zoals jij, een kind
van God, zoals jij. Ik besloot dus toch maar te gaan zitten, vlak tegenover
mijn “broer”. Hij zette zijn bierblik op het tafeltje, toverde een schriftje
uit een van zijn talrijke tassen en begon druk te schrijven. De trein zette
zich in beweging, het bierblikje begon te schuiven. Voor ik het wist had Ik het
in mijn hand en gaf het terug aan mijn overbuur. Met een grote glimlach dankte
hij me en we begonnen een eenvoudig praatje. Toen ik een kwartiertje later de
trein uitstapte, had ik een warm gevoel in mijn hart.
Vandaag vieren we het feest van Allerheiligen. Wat wil
dat eigenlijk zeggen, heiligen en heiligheid? We weten dat Heiligheid hét
kenmerk bij uitstek is van God. De enige die helemaal heilig is God zelf. De heiligen
van de heiligenkalender zijn die mensen waarvan onze Kerk erkent dat hun leven
op een bijzondere wijze iets heeft laten zien van die Heiligheid. Maar vermits
wij allen geschapen zijn naar beeld en gelijkenis van God, zijn wij ook allen
geroepen om heilig te worden. Hoe doe je dat?
In de evangelielezing hoorden we zonet de
zaligsprekingen. Van deze toespraak van Jezus wordt wel gezegd dat ze iets
heeft van een zelfportret. Jezus, de enige mens die zowel helemaal God als mens
was, schetst er, met andere woorden, hoe je als mens heilig kan zijn en worden.
Ik zou drie aspecten van deze handleiding voor heiligheid van Jezus kort willen
toelichten.
1. In vijf van de negen zaligsprekingen wordt verwezen naar God, Jezus of het
Koninkrijk van God. Groei naar
heiligheid heeft veel te maken met God en Jezus . Gebed, liturgie, sacramenten
enz. zijn belangrijk. Ze helpen om te groeien in de gelijkenis met God. Ruimer,
het ontluiken van de heiligheid in een mens, is steeds vrucht van Gods genade.
Of je je daar als mens bewust voor open stelt of niet. Heiligheid is immers
niet het exclusieve privilege van christenen.
2. In vijf van de negen zaligsprekingen wordt verwezen naar ervaringen met een
negatieve bijklank: armoede, droefheid, honger, dorst, vervolging, beschimping
en betichting. Het pad van de heiliging is iets anders dan een training om ongenaakbare,
perfecte, helemaal afgelikte supermensen te worden. Heiligheid gaat eerder over
leren omgaan met kwetsbaarheid, beperktheid, weerstand, onmacht. Van jezelf en
– vaak moeilijker om mee om te gaan - van anderen. Ervaringen waar je doorgaans niet
voor kiest. Heiligheid, met andere woorden, heeft veel te maken met
menselijkheid, met kleinmenselijkheid en met het leren omgaan met die menselijke,
soms bijna onmenselijke menselijke natuur die de onze is.
3. In vier van de negen zaligsprekingen verwijst Jezus naar een actieve, pro-actieve
houding: zachtmoedigheid, barmhartigheid, zuiverheid en vrede. Heiligheid heeft
dus ook te maken met keuze en vrijheid. Met ja of neen. Met doen of niet doen.
Heiligheid is een genade. Maar zonder onze vrije medewerking is God machteloos.
Die oude man in het station, meen ik, heeft me
geholpen om iets te ontdekken en te ervaren van de heiligheid van God. In de
eerste plaats in die oude man zelf. Mogelijks ook een beetje in mijzelf. Op die
trein tussen Schiphol en Amsterdam heb ik in mijn hart eventjes ervaren dat
kwetsbaarheid een bevoorrechte weg is naar Gods schoonheid. Dat wij, mensen,
beschikken over een flinke portie vrijheid om daar al of niet mee om te gaan.
En dat net dáár God naar ons toekomt. Vaak onverwacht.
Reacties