Hoe beschermend dient de opvoeding te zijn?
In deze serie
bied ik tien beschouwingen aan over opvoeden tot vrijheid. Ze zijn alle
rechtstreeks of onrechtstreeks geïnspireerd aan de ignatiaanse traditie. (5/10)
Het is van het grootste belang om op
te voeden vòòr iets, eerder dan
tegen iets. Opvoeding dient niet in de eerste plaats preventief, defensief of
reactief te zijn, beschermend tegen alle mogelijke reële of ingebeelde gevaren.
Angst en wantrouwen zijn de slechtste raadgevers. Het is veel levengevender om op te voeden vanuit positieve idealen.
Sleutelwoord is in de opvoeding
dient te zijn vertrouwen, en als het even kan, “proactief” vertrouwen : een vertrouwen dat vérder gaat, dat niet
moet verdiend worden maar dat zo maar gegeven wordt. Vertrouwen dat risico’s
durft nemen.
Als er één plaats is waar dit
vertrouwen fundamenteel is, is het de relatie ouder-kind. Ook voor pubers en
adolescenten (tot ver in de 20), hoe stoer, onverschillig of ongenaakbaar ze
zich kunnen voordoen, behoren de ouders doorgaans tot de meest belangrijke en
zeker betrouwbare personen, als ze al niet de belangrijkste personen zijn.
Reacties