Waarom zou je goede werken doen?
Hieronder vind je mijn homilie voor komende zondag in de Oude Abdij van Drongen.
5de zondag door het jaar, A
Jes. 58, 7-10 + 1 Kor. 2, 1-5 + Mat 5, 13-16
Tijdens de oorlogsjaren kwam een magere jongen
aan in het noviciaat van Drongen. Jefke Van den Broeck. Jullie zullen het niet
geloven. Maar het was in de Oude Abdij in de winters toen zo koud en vochtig,
dat Jef TBC kreeg en uiteindelijk een long verloor. De rest van zijn leven had
Jef een gezondheid van niets. Met één vinger kon je hem omver duwen. Net zoals
we hoorden vertellen over Paulus, kon Jef nauwelijks uit zijn woorden komen.
Als novice heb ik een maand lang stage bij hem gelopen en dagelijks eucharistie
met hem gevierd. Zijn preken waren, op zijn zachtst gezegd, chaotisch. Na twee
zinnen raakte hij verstrikt in zijn eigen woorden.
Datzelfde Jefke is één van de Vlaamse jezuïeten
van de vorige eeuw die het meest heeft gerealiseerd en betekend in Aalst. Hij
was de stichter en bezieler van Levensvreugde,
een tehuis voor mentaal gehandicapte kinderen waar toen nauwelijks iets voor
bestond.
Pater Van den Broeck stond hij nog elke nacht op om
luiers te verversen, pilletjes te geven, verlamde kinderen om te draaien.
Tientallen jaren lang. En toen de dame die samen met hem alles uit de grond had
gestampt weduwe was geworden en dementeerde, was hij het die haar jarenlang
verzorgde.
Heel Aalst hield van “de Pooter”.
De schriftlezingen die we daarnet hebben gehoord zijn
oproepend. 'Deel uw brood met de hongerigen, neem de
dakloze zwervers op in uw huis, kleed de naakte die gij ziet en keer u niet af
van uw medemensen. De laatste jaren en maanden zijn ze zo dichtbij gekomen, dat ze voor velen bedreigend
klinken.
Ook Jezus gebruikt sterke beelden: zout der aarde en licht van de wereld : Beide, zout en licht, hebben gemeen dat ze levensnoodzakelijk
zijn. Er is geen leven mogelijk zonder zout en licht. Als christenen dragen
hebben wij een unieke verantwoordelijkheid voor en in de wereld.
Het doen, sytematisch, van de Goede Werken waar Jezus het over heeft is
niet vrijblijvend. Het is niet van de orde van de zinvolle vrijetijdsbesteding.
Het gaat over leven of dood. Over erop of eronder. Als je het Woord van God
ernstig neemt, kunnen we hier niet om heen.
Hoe kan je, als kleine mens, dit waarmaken?
Moeten we ons nu straks allemaal fulltime gaan engageren in de Jesuit Refugee
Service of bij Poverello? En als we dan niet doen, dienen we ons dan flink
schuldig te voelen?
Waarom deed pater Van den Broeck wat hij deed? Tot
hij er bij neerviel. Beter nog, waarom deed Jezus dit? Om zich een goed geweten
te bezorgen? Omdat Hij zichzelf met knarsende tanden daartoe verplichtte? Dit
is niet wat de evangelies suggereren. Alles wijst erop dat Jezus zichzelf gaf aan zijn medemensen omdat dit voor Hem
vanzelfsprekend was. Hij kon gewoon niet anders dan te doen wat hij deed.
Wat is het geheim van Jezus. Waar vond Hij de
kracht, de gedrevenheid, de innerlijke vrijheid om zichzelf zo helemaal en
zonder rekenen, dag in dag uit, te geven aan zijn medemens?
Een element van antwoord hoorden in het laatste
vers van de eerste Korinthiërsbrief: uw geloof moest niet
steunen op menselijke wijsheid, maar op de kracht van God. Jezus leefde zozeer
in verbondenheid met God, dat diens liefde zonder tussenschot helemaal in Hem
overvloeide. In Jezus zagen we gewoon God zelf aan het werk.
Wij zijn niet Jezus. Maar we kunnen wel, zoals
Jezus, werken aan onze eigen ontvankelijkheid voor Gods liefde. In het
bijzonder door ons gebed: door ons biddend te spiegelen aan Jezus en ons te
openen voor Gods Geest.
De stage bij pater Van den Broeck was in 1989.
Wat ik me nog het best herinner, was de dagelijkse eucharistie met Jef: aan de
eettafel, met die dementerende oude dame erbij. Daar gebeurde, elke dag
opnieuw, iets bijzonder. Daar raakten we aan de kern.
-->
Ik denk dat ook voor ons daar de sleutel ligt. In
de mate dat wij ingaan op Gods uitnodiging om echt bij Hem te komen, naar Hem
te luisteren, en toelaten dat Hij ons zijn Geest geeft, zal ook onze unieke,
persoonlijke weg duidelijker worden. Zullen wij beter zien en voelen en
begrijpen hoe wij zout en licht kunnen zijn. Niet
moeten zijn. Wel, dankbaar, mógen zijn.
Reacties