Kunnen tandpasta en kauwgom je vrij maken?

In deze serie bied ik tien beschouwingen aan over opvoeden tot vrijheid. Ze zijn alle rechtstreeks of onrechtstreeks geïnspireerd door de ignatiaanse traditie. (2/10) Bepaalde tendensen in onze postmoderne cultuur houden ons een veel beperkter vrijheidsbegrip voor. In die betekenis is vrijheid iets dat je geleidelijk aan verliest naarmate je ouder wordt. Want, naarmate je ouder wordt moet je verantwoordelijkheid opnemen, en kan je niet meer “om het even wat” doen. Vrij zijn betekent dan: ik mag doen wat ik wil waar en wanneer en met wie ik dat beslis. Deze benadering herleidt de vrijheid tot het ja of nee mogen zeggen. Ik doe het, of ik doe het niet, al naargelang ik er al of niet zin in heb. Dit ja of neen kunnen zeggen is zeker een voorwaarde om van vrijheid te kunnen spreken. Het gaat hier over de vrije wilsbeschikking (liber arbitrium). Maar als vrijheid zich hier toe beperkt, dan is het eigenlijk een lege doos. Deze tendens wordt in belangrijke mate versterkt d