Tot het dagelijks leven behoort ook - het is althans te hopen dat dit zo is - niet slechts de ernst van de dagelijkse arbeid, maar ook het lachen. Het lachen is een zeer ernstige zaak. Want het verraadt de mens dikwijls meer dan zijn woorden. Wanneer wij hier over het lachen spreken, bedoelen wij het goede lachen. Weliswaar bestaat er ook een lachen van dwazen en zondaars, zoals de wijze Sirach ons leert, een lachen waarover de Heer zijn vervloeking uitspreekt (Lc. 6, 25). Dit lachen is hier niet bedoeld. Wij bedoelen dat bevrijdende lachen, dat uit een kinderlijk en blij hart komt. Zo kan slechts hij lachen, die door de liefde tot alles en ieder de spontane en zich vrij uitende sympathie heeft, die alles nemen kan en zien zoals het is: het grote groot, het kleine klein, het ernstige ernstig en het lachwekkende lachend. En omdat dit alles bestaat, en het juist zo door God gewild is, daarom moet het ook genomen worden zoals het is, moet niet alles op een zelfde wi