Hieronder vind je mijn homilie voor dit weekeind. 10de zondag door het jaar B Gen 3,9-15 Ps 130(129),1-2.3-4ab.4c-6.7-8 2 Kor 4,13-18.5,1 Marcus 3,20-35 Er is een grote paradox in de geschiedenis van het christendom. Het christendom wordt vaak de godsdienst van de liefde genoemd. Johannes, in zijn eerste brief, vereenzelvigt God met de liefde als hij schrijft: God is liefde. (1Joh 4, 8) Nochtans is Jezus, de grondlegger van het christendom, op gewelddadige wijze om het leven gekomen. We weten dat de liefde centraal staat in het christendom. We weten echter ook dat er in naam van God en in naam van Jezus ontzaglijk veel kwaad is verricht. Verbaal en fysiek. Ook binnen de kerken. Onze geschiedenis is ervan doorspekt. Tot op vandaag. Van subtiel en verborgen, tot onwaarschijnlijk brutaal en openlijk. Je wordt er niet blij van. En laten we vooral niet te ver van huis kijken. We zijn er allen medeplichtig aan. Ook in onze Kerk, vandaag, waar in een aant