De verschijningsverhalen van de Verrezene die we deze dagen in de eucharistie te lezen krijgen spreken over verwarring, angst en ongeloof bij de eerste getuigen. De hoop en het verlangen zijn groot. Toch kunnen ze het niet geloven. Het schandaal (van het Griekse skandalon: steen des aanstoots) van de verrijzenis was en is groot. Het is niet te geloven of voor te stellen. Wat is daar toch gebeurd? Wat hebben die eerste christenen meegemaakt dat de totale verslagenheid en wanhoop heeft doen omslaan in vreugde en onstuitbaar enthousiasme? Het is, letterlijk, onvoorstelbaar. Het is de basis van ons geloof. Hieronder vindt u een uittreksel uit de Sequentie van Pasen die de liturgie ons in het paasoctaaf elke dag laat beluisteren. Een oude middeleeuwse tekst die dezelfde prangende vraag stelt. “… Zeg het ons, Maria, wat is 't dat gij gezien hebt? Het graf van Christus dat leeg was, de glorie van Hem die opgestaan is; engelen als getuigen, de zweetdoek en het doodskleed.