Kan liefde beletten dat boeven naar de hel gaan? - Mijn homilie voor deze zondag

VIJFDE ZONDAG VAN DE VEERTIGDAGENTIJD Ezechiël 37,12-14. Romeinen 8,8-11 - Johannes 11,1-45 Rose is 16 jaar, een jaar jonger dan Pinky. Ze wonen in Brighton, een Engelse badplaats. Beiden groeiden op in extreme armoede. Pinky werkt hard aan zijn professionele boevencarrière. Rose werkt als dienstmeisje in een restaurant. Pinky vraagt haar ten huwelijk. Niet omdat hij van haar houdt. Wel om haar te kunnen gebruiken voor zijn criminele plannen. Kinderlijk en eenvoudig als ze is heeft Rose dit niet door. Ze houdt gewoon zielsveel van die jongen. Ze zijn de hoofdpersonages van “Brighton rock”, een roman van de katholieke schrijver Graham Greene, die zich afspeelt in de jaren dertig van de vorige eeuw. De slotscène is adembenemend. Pinky heeft zich op een gruwelijke manier van het leven beroofd. Rose is wanhopig. Ze loopt een kerk binnen en gaat meteen naar de biechtstoel. Ze doet haar verhaal aan een oude priester. Zal ik Pinky ooit terugzien , is haar vraag