Graag deel ik met u mijn homilie voor dit WE. Homilie voor de zesde zondag door het jaar A Sirach 15,15-20 1 Korintiërs 2,6-10 Matteüs 5,17-37 Ik heb het geluk 16 neefjes en nichtjes te hebben. 8 jongens en 8 meisjes. De jongste nog geen tien. De oudsten begin de twintig. Sinds meer dan 20 jaar ben ik de regelmatig getuige van hoe mijn broers en zussen hun kinderen opvoeden. Leren op het potje gaan, leren spreken met twee woorden, je bord leegeten en nog honderden andere zaken. Wat een geduld, voor de ouders. Wat een vertrouwen en goede wil, langs de kant van de kinderen. Jaren aan een stuk. Dag in, dag uit. Iets analoogs gebeurt ook ook op school, in de sportclub, in de jeugdbeweging, tussen de leeftijdsgenoten, enz. Geleidelijk aan zie je dan hoe de persoonlijkheid van zo’n aankomend mensje zich vormt. Hoe die regeltjes beetje bij beetje geïntegreerd worden. Of niet. Hoe de een er anders mee omgaat dan de ander. D