Wat je kan doen overeind komen wanneer je gewond neerligt, is de barmhartigheid waarmee een ander je tegemoet komt. Lucas vertaalt de oproep van Jezus als: “Wees barmhartig, zoals je hemelse Vader barmhartig is“ (Lc 6,36). Misschien is barmhartigheid wel het sleutelwoord in de goede boodschap van Jezus. Barmhartigheid zal dan ook het hart uitmaken van een spiritualiteit van de onvolmaaktheid. Het mooie, misschien wat verouderde woord ‘mededogen‘ verwoordt goed waar het om gaat. Het betekent: de ander mee dragen, zoals de barmhartige Samaritaan doet met de man die gewond langs de weg ligt. Wie door mededogen bewogen wordt, stelt zich niet hoger op dan de ander, hij kijkt niet op anderen neer, hij knielt naast hem neer. De ander, hoe gewond hij ook is, hoe zondig ook, is mijns gelijke. Je moet barmhartigheid ondervonden hebben om zelf voor anderen barmhartig te kunnen zijn, vergevingsgezind – altijd weer. Z ó gelijken we op God – in het klein dan, ...