Jongste jezuïet Lage Landen getuigt: "God, waarom maakte U me in hemelsnaam jezuïet?"
Hieronder vertelt Mark, een regelmatige gast op deze blog, over hoe en waarom hij vandaag jezuïet is
Een jezuïet vertelde mij: ‘Als ik sterf en
Jezus ontmoet dan wil ik Hem één ding vragen: “Bedankt voor dit leven, maar
waarom maakte U mij in hemelsnaam jezuïet?” Jezus neemt mij apart en zegt: “Ik
had een mooi huwelijk voor je gepland met een mooie vrouw en met een paar
kinderen, maar je besloot anders!” Ik grap, maar veel van mijn tijd in het
noviciaat in Birmingham was besteed aan deze vraag. Is leven in de Sociëteit
van Jezus iets wat ik wil en is het iets wat God van me vraagt? Het antwoord is
simpelweg ‘ja’ en in die overtuiging mocht ik mijn geloften afleggen op 17
september 2016, nu bijna een jaar geleden. Ik ben een jezuïet uit een
Dominicanenstad, een Zwollenaar, 24 jaar. ‘k Heb twee jongere zusjes. Zwolle is
een provinciehoofdstad in Oost-Nederland, die de schedel van Thomas a Kempis
herbergt. Deze a Kempis is belangrijk geweest voor mijn eigen spirituele
vorming en voor die van Ignatius. Het is een deel van de reden waarom ik me thuis
voel in de Sociëteit van Jezus. Voor ik intrad heb ik drie jaar voornamelijk filosofie
gestudeerd aan het Groot- Seminarie De Tiltenberg.
Twee andere redenen waarom ik drie jaar
geleden intrad, zijn ons gemeenschapsleven en onze missie, de zending om ad
extra te gaan, naar de grens van samenleving en Kerk. Beiden waren niet louter
mooie woorden of verkooppraatjes om me binnen te lokken maar zijn, waar ik snel
achter kwam, daadwerkelijk aanwezig.
Gemeenschapsleven is er niet alleen ter
ondersteuning van de missie maar is ook een missie op zichzelf. De gemeenschap
is een gemeenschap van hart en ziel. Ik heb dat zelf mogen ervaren in de
verschillende plaatsen waar ik heb gewoond. Of het nu Birmingham, Amsterdam,
New York of Amman is, er waren telkens jezuïeten die mij verwelkomden en huizen
waarin ik me thuis voelde.
Ik zie jezuïeten graag als bruggenbouwers
tussen God en mens, tussen mens en mens. Na het noviciaat werd mij gevraagd of
ik Arabisch wilde leren. In die hoedanigheid begin ik in september aan mijn
tweede jaar aan Fordham University in New York. Ik volg daar de major in
Midden-Oosten Studies met een minor in de Arabische taal en cultuur. Zo heb ik
deze zomer in Amman doorgebracht om twee maanden lang me te focussen op het
leren van de taal. De brug tussen Oost en West, islam en christendom, is een
van de belangrijkste van deze tijd. Het is een spannende uitdaging, waar ik met
veel interesse aan werk.
Wellicht, wanneer ik God mag ontmoeten kan
ik zeggen: ‘Waarom U mij hier wilde weet ik niet. Maar het was een zegen en een
eer!’ De laatste drie jaar waren dat zeker.
Mark Logtenberg sj
Reacties
Succes, Wim.
er achter waarom niet, als religieuze dan.
Ik deed het heel rationeel, niet met het hart.
Het is nu 2019, misschien zit u in een oosters land.
Ik wens u waar dan ook een vredig Pasen toe.