Doofstomme



Homilie bij Mc 7, 31-37: de genezing van de doofstomme.

Het volstaat naar buurlanden te reizen om te merken hoe rijk wij hier wel zijn, in het bijzonder in Vlaanderen. Onze gezondheidszorg staat aan de absolute wereldtop. Het maakt dat we niet altijd ten volle beseffen wat een kwetsbaar en kostbaar goed de gezondheid wel is. Voor alles lijkt er wel een oplossing. Als je een zekere leeftijd krijgt dan zorgt de natuur er wel voor dat dit aanvoelen wat genuanceerd wordt. Ik zal geen leeftijden noemen. Ik wil u wel verklappen dat ikzelf al zo ver ben …

Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat de Evangelies ons zoveel genezingen verhalen. Het lichaam is één van de plaatsen bij uitstek waar wij geconfronteerd worden met schoonheid, maar net zo goed ook met onze beperktheden en onze frustraties. De Goede Boodschap wordt ons aangezegd in de kern zelf van deze mooie maar soms ruige werkelijkheid van ons lijfelijk bestaan. Jezus komt ons redden in wie en wat we zijn. Hij is echt meer dan een geraffineerd luxeproduct voor fijnproevers op zondagmorgen.

Uit het genezingsverhaal van de doofstomme zou ik drie puntjes willen oplichten.

1. Ten eerste is er daar die geografische precisering die Marcus ons geeft bij de aanvang van het verhaal.

“Jezus vertrok uit de streek van Tyrus en begaf zich over Sidon naar het meer van Galilea, midden in de streek van Dekápolis.” De Dekápolis was een heidense streek, voor het grootste deel gesitueerd in het huidige Jordanië. Voor de luisteraar was de boodschap duidelijk. De man, de doofstomme, is geen jood, maar een heiden. Het is geen uitverkorene. Welintegendeel. Het is “een sukkelaar”, naar ziel én lichaam, die bij Jezus wordt gebracht en die zijn volle aandacht zal krijgen.

De lezing die we hoorden uit de brief van Jacobus raakt dit heikele punt aan. “God heeft wie arm zijn in de ogen van de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof”. Neen, deze zin is geen opium om de “onderdrukten van de aarde” kalm te houden. Ook al is hij soms zo gelezen en geïnterpreteerd. “God heeft wie arm zijn in de ogen van de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof”. Het is zonder meer een beschrijving van Jezus zelf: de arme en de vernederde Jezus, die doorheen de armoede en de vernedering gekomen is tot nederigheid. En de nederigheid van Jezus is niets anders dan zijn radicale, voortdurende openheid en ontvankelijkheid voor de liefde van God.

2. Iets van die houding is terug te vinden bij de doofstomme.

De genezing van de doofstomme door Jezus, is door de eeuwen heen vaak in verband gebracht met het doopsel: ttz het openen van de oren en het losmaken van de tong om de Blijde Boodschap te kunnen horen en op zijn beurt te kunnen verkondigen.

Maar ik zou deze genezing nog even willen beschouwen in het licht van de nederigheid en dus de ontvankelijkheid van Jezus.

De doofstomme kan horen noch spreken. Hij is in belangrijke mate afgesneden van zijn medemensen. Zijn handicap maakt het moeilijk voor hem om met anderen te communiceren. Door zijn mond en oren te openen, opent Jezus de man ook voor de anderen. Voortaan is hij niet meer opgesloten in zichzelf maar kan hij ten volle de relatie aangaan.

Ook dit heeft veel te maken met de nederigheid die Jezus ons leert. Want de nederige mens weet dat hij niet voldoende heeft aan zichzelf. Die weet dat hij maar leeft in de mate dat hij liefdevol verbonden is met anderen. Het is niet of God, of de medemens. Mens en God zijn geen concurrenten van mekaar. Hoe meer we ons echt kunnen openen voor andere mensen, geven én ontvangen, hoe dichter we bij God komen. Omgekeerd leidt echte godsverbondenheid tot grotere betrokkenheid op de medemens.

3. Kijken we, ten slotte, nog even naar de wijze waarop Jezus concreet omgaat met die arme man waarmee Hij zomaar, ongevraagd, wordt geconfronteerd.

 Jezus neemt de doofstomme terzijde. Hij onttrekt hem aan het oog van de nieuwsgierige omstaanders om de geschonden waardigheid van die man vooralsnog te respecteren.
 Marcus rapporteert ons dat Jezus diep zucht. Jezus laat zich raken door het leed van die man. Tot in zijn lichaam voelt en deelt Hij zijn lijden.
 Zoals vaker het geval in zijn Evangelie specificeert Marcus dat de doofstomme “terstond” – “direct” genezen wordt. Jezus komt de man onmiddellijk te hulp en wel of heel efficiënte wijze.

Ja, het Evangelie van onze Heer is echt Blijde Boodschap. Het verhaalt ons de nederige Jezus die maar ten volle kan ontmoet worden door nederige mensen. Jezus nodigt uit tot leven, leven in liefde, samen met anderen. En dat alles met evenveel fijngevoeligheid als hoogdringendheid. Want elke minuut is uniek en definitief.

Reacties

Meest gelezen

Ignatius van Loyola legt uit hoe je, met een té drukke agenda, toch je rust kan bewaren

Homo-zegen: heeft paus Franciscus zich vergist? Enkele bedenkingen van Nikolaas Sintobin sj

Hoe paus Franciscus reageert op zijn eigen, spontane woede - Homilie van Nikolaas Sintobin sj voor de derde zondag van de 40-dagentijd

Rik Torfs over jezuïetenhumor: het verschil tussen Kardinaal Müller en Nikolaas Sintobin sj

Over geluk dat niemand je kan afpakken - Het getuigenis van Etty Hillesum

Wat doet de Paus daar toch met die opgestoken vinger? - Heerlijke videobeelden

Het verschil tussen geestelijke vreugde en het “je lekker voelen”

Hoe handelen als je slecht nieuws krijgt: het voorbeeld van Ignatius van Loyola - Ignatiaans leiderschap (7/10)